Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02067
17-01-1968
Actoren
codebericht
Samenvatting
Verslag ministerieel Benelux-overleg over samenwerking met VK.
Harmel constateerde dat er een belangrijke mate van overeenstemming bestaat tussen Nederland en België. Het ging er niet om de EG te schaden. Gemeenschappelijke acties met kandidaatleden zouden zich moeten afspelen op terreinen buiten de verdragsverplichtingen. Hij wilde daarbij zelfs Frankrijk betrekken. Als conclusies werden getrokken: 1) de uitbreiding en verdere ontwikkeling van de EG dient te worden bevorderd, 2) er dienen geen beslissingen genomen te worden die tegen de verdragen ingaan, 3) er dienen op nader aan te geven wijze contacten te worden gelegd met de kandidaatleden ten einde toetreding te bevorderen, 4) onderwerpen die onder de verdragen vallen zullen binnen de gemeenschappen worden behandeld, terwijl t.a.v. onderwerpen die daar niet onder vallen specifieke acties kunnen worden ondernomen met alle Europese landen die daarvoor belangstelling hebben, 5) op buitenlands politiek terrein bestaat reeds een samenwerking tussen de drie Benelux-landen. Deze zal verder worden verdiept en aan andere belangstellende landen worden aangeboden.
Noch Harmel nog Grégoire voelde veel voor een gesprek tussen de vijf en het VK en marge van de a.s. WEU-ztting. In het daaropvolgende ambtelijk Benelux-overleg werd een iets positiever standpunt bereikt.