Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02069
01-04-1968
Samenvatting
Conclusies Coördinatiecommissie 1 april 1968.
1. EEG-Raad 5 april 1968.
De CoCo was van mening dat het weinig zinvol en schadelijk zou zijn, indien de Raad zich zou laten verleiden tot verdere studies van onduidelijke en beperkte handelspolitieke regelingen. Daartegenover is het gewenst een duidelijke Franse uitspraak uit te lokken t.a.v. de grondslagen van een dergelijke regeling (o.a. perspectief van toetreding).
T.a.v. de in het Benelux-memorandum voorziene consultatieprocedure tussen de EG en het VK bevestigde de CoCo dat deze zo moet worden ingericht, dat niet één lidstaat het functioneren kan verhinderen.