S02080
23-02-1972
Actoren
Conclusies
Samenvatting
Conclusies Coördinatiecommissie, 23 febr. 1972.
1. EMU. Er wordt geen substantiële discussie in de Raad verwacht. Wel zijn er argumenten te vinden die de voorzichtige Nederlandse benadering van het vraagstuk van de margevernauwing nog versterken. Het Comité van gouverneurs van de Centrale Banken is het eens geworden over een vernauwing met 2,25%. Nederland pleitte voor een experimentele vernauwing met 3%. De Nederlandse twijfels over de houdbaarheid van een meer stringente formule worden wel door de Italiaanse en Duitse monetaire autoriteiten gedeeld, maar dit komt in de stellingname van deze landen niet tot uiting. Onder deze omstandigheden concludeerde de CoCo dat moet worden vastgehouden aan 3%, maar als de andere landen verder willen gaan naar 2,25% zou Nederland daar uiteindelijk in kunnen meegaan, maar is het risico van mislukking veel groter.
1. EMU. Er wordt geen substantiële discussie in de Raad verwacht. Wel zijn er argumenten te vinden die de voorzichtige Nederlandse benadering van het vraagstuk van de margevernauwing nog versterken. Het Comité van gouverneurs van de Centrale Banken is het eens geworden over een vernauwing met 2,25%. Nederland pleitte voor een experimentele vernauwing met 3%. De Nederlandse twijfels over de houdbaarheid van een meer stringente formule worden wel door de Italiaanse en Duitse monetaire autoriteiten gedeeld, maar dit komt in de stellingname van deze landen niet tot uiting. Onder deze omstandigheden concludeerde de CoCo dat moet worden vastgehouden aan 3%, maar als de andere landen verder willen gaan naar 2,25% zou Nederland daar uiteindelijk in kunnen meegaan, maar is het risico van mislukking veel groter.