Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02093
17-03-1970
Samenvatting
Conclusies Coördinatiecommissie, 17 maart 1970.
2. Raad der EG, 20 maart 1970.
Toetredingsverzoeken. De CoCo meent dat het gevaar dreigt dat in het overleg in Brussel allerlei details aan de orde worden gesteld die tot standpunten kunnen leiden waarmee men in de werkelijke onderhandelingen met de kandidaatleden in grote moeilijkheden komt. Het is weinig zinvol dat de zes nu allerlei standpunten vastleggen zonder dat duidelijk is wat het VK en de andere kandidaten wel wensen of bereid zijn te aanvaarden.
De CoCo meende dat de Commissie de toetredende leden in de overgangsperiode wel erg kort houdt inzake de vrijwaringsclausules. De opvattingen van de Commissie inzake de associaties worden door de CoCo niet algemeen gedeeld. Op zijn minst moeten de geassocieerden geraadpleegd worden over voortzetting van de associatie binnen de vergrote Gemeenschap.
Verder werd gesproken over o.a. de akkoorden met Israël en Spanje en een preferentiële regeling met Oostenrijk