Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
Samenwerking op het gebied van het onderwijs (plan-Guichard).
De groep van ambtenaren, ingesteld door de Raad op 16-11-1971 zal binnenkort haar voorbereidend werkd afsluiten. Men kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de standpunten van de delegaties, zowel t.a.v. de inhoud van het gemeenschappelijk beleid als t.a.v. de te vormen structuren, ver uiteen liggen.
Besproken werden o.a.
A) erkenning van diploma's en studieperioden. Alle delegaties waren het erover eens dat dit tezamen met harmonisatie van toegangsvoorwaarden tot de verschillende niveau's van hoger onderwijs doeleinden van samenwerking meoten zijn. Nederland wil hieraan zelfs de hoogste prioriteit verlenen.
B) Bevorderen van mobiliteit vh onderwijzend personeel, leerlingen en wetenschappelijk onderzoekers. Ook hierover bestond eensgezindheid.
Over andere onderwerpen, zoals vergelijking van onderwijssystemen, toenadering onderwijsbeleid en onderwijstechniek, bestond geen eensgezindheid.
T.a.v. het institutionele kader is Frankrijk voorstander van samenwerking op een ruim gebied, maar meent dat dit niets te maken heeft met de EG. De andere delegaties menen dat dit echter wel moet aansluiten bij de Europese verdragen.