S02279
05-09-1969
Actoren
Notulen Ministerraad
Samenvatting
5d. Hoofdstuk XIV: Landbouw en Visserij; bijlage bij de memorie van toelichting inzake het plan-Mansholt.
Witteveen merkt op dat bij de ministeriële voorbespreking er overeenstemming bestond dat het plan-Mansholt niet kan worden aanvaard. Hij meent dat dit duidelijker in de nota tot uitdrukking moet komen.
Witteveen merkt verder op dat men het in het vooroverleg eens was geworden over de financiële medeverantwoordelijkheid van de producenten van overschotten.
Polak meent dat de aan het plan-Mansholt ten grondslag liggende filosofie in de nota onvoldoende wordt afgewezen. Witteveen zou willen toevoegen dat ook prijsgaranties en protectionistische maatregelen in de landbouw het gemeenschappelijke beleid voor een zware krachtproef stellen.
Lardinois deelt de opvatting van de Commissie dat de beroepsbevolking in de landbouw in het volgende decennium zal halveren. Het plan-Mansholt betekent niet meer dan het doortrekken van de politieke lijn die in Nederland al twintig jaar wordt gevolgd. Lardinois meent dat het sociale beleid vooralsnog een nationale aangelegenheid is.
Conclusies: 1) De kritische opmerking over de financiële consequenties van het plan-Mansholt wordt opgenomen in de financiële paragraaf, 2) De kritische opmerking t.a.v. de door de Europese Commissie voorgestelde belasting op oliën en vetten zal nader worden geformuleerd in overleg tussen Lardinois, De Block, Udink en Witteveen.
Witteveen merkt op dat bij de ministeriële voorbespreking er overeenstemming bestond dat het plan-Mansholt niet kan worden aanvaard. Hij meent dat dit duidelijker in de nota tot uitdrukking moet komen.
Witteveen merkt verder op dat men het in het vooroverleg eens was geworden over de financiële medeverantwoordelijkheid van de producenten van overschotten.
Polak meent dat de aan het plan-Mansholt ten grondslag liggende filosofie in de nota onvoldoende wordt afgewezen. Witteveen zou willen toevoegen dat ook prijsgaranties en protectionistische maatregelen in de landbouw het gemeenschappelijke beleid voor een zware krachtproef stellen.
Lardinois deelt de opvatting van de Commissie dat de beroepsbevolking in de landbouw in het volgende decennium zal halveren. Het plan-Mansholt betekent niet meer dan het doortrekken van de politieke lijn die in Nederland al twintig jaar wordt gevolgd. Lardinois meent dat het sociale beleid vooralsnog een nationale aangelegenheid is.
Conclusies: 1) De kritische opmerking over de financiële consequenties van het plan-Mansholt wordt opgenomen in de financiële paragraaf, 2) De kritische opmerking t.a.v. de door de Europese Commissie voorgestelde belasting op oliën en vetten zal nader worden geformuleerd in overleg tussen Lardinois, De Block, Udink en Witteveen.