Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02293
22-06-1972
Actoren
Memorandum
Samenvatting
747. Economische en Monetaire Unie.
N.a.v. gesprek van Schmelzer met Schumann plaatst Loen enkele kanttekeningen.
1. Schumans insisteren op de noodzaak dat Europa, wanneer er weer een monetaire crisis zou uitbreken, tot een gezamenlijk zweven van de nationale valuta overgaat, valt op zichzelf positief te waarderen. Afgewacht moet worden of Frankrijk dan daadwerkelijk tot een gezamenlijke gedragslijn bereid zou zijn.
2. Interessant is Schumann's erkenning dat institutionele voorzieningen moeten worden getroffen op het moment dat tot de creatie van een door hem beoogde Europese monetaire zone zou worden overgegaan. Dit zou betekenen dat Frankrijk bereid zou zijn tot concessies op institutioneel gebied. Met het oog op de topconferentie moet Nederland dan zijn institutionele desiderata formuleren.
3. Een Europees monetair fonds moet veel verdergaande bevoegdheden krijgen dan de technische functie van de Europese Betalingsunie. Op het moment wordt door het Monetaire Comité overwogen om aan het fonds uitsluitend technische taken op te dragen. In verband hiermee concludeerde de Coördinatie Commissie dat met de oprichting kan worden ingestemd zonder dat daar concessies op het gebied van de coördinatie van de economische politiek en institutionele voorzieningen worden gevraagd.