Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02330
12-03-1971
Samenvatting
4h. De toetreding van Groot-Brittannië tot de EEG.
De Koster deelt mee dat de in de Coördinatiecommissie over de toetreding is gesproken met het oog op de ministeriële bijeenkomst met de Britse delegatie op 16 maart. T.a.v. het financieringsvraagstuk achtte men binnen afzienbare tijd nog geen compromis tussen de zes bereikbaar. Aangezien er dan alleen over het overgangsregime voor de landbouw kan worden onderhandeld, meende de CoCo dat de bijeenkomst van 16 maart beter kan worden uitgesteld. Minister Rippon wil de bijeenkomst echter door laten gaan. Hij toonde zich bereid met een hogere Britse bijdrage akkoord te gaan als blijkt dat het Britse aandeel in de stijging van de administratiekosten hoger zal zijn.
Lardinois stelt voor om te becijferen welk bedrag Groot-Brittannië kan ontvangen in het kader van een gemeenschappelijk landbouwstructuurbeleid. Gevoegd bij de Britse bereidheid het proportionele deel van de gestegen administratiekosten zelf te dragen, zou het voor de Britse regering iets gemakkelijker zijn om t.a.v. de financiering tot overeenstemming te komen. De Koster acht dit een waardevolle suggestie.
Luns sprak in Edinbug met zijn Britse ambtgenoot Home, die hem vroeg wat hij vond van de wijze waarop de Britten in Brussel onderhandelen. Luns antwoordde ongerust te zijn over de wijze waarop de Britse delegatie zich vastbeet op een aanvangsbijdrage van 3%
Zie ook