Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02340
22-09-1966
Actoren
Memorandum
Samenvatting
1066. Nu Spierenburg zijn collega's heeft gepolst over de toetredingsfilosofie in de EEG overeenkomstig de machtiging die hij daartoe op 3 sept van Luns kreeg, lijkt het gewenst de ministerraad hiervan in kennis te stellen. De door Nederland te volgen tactiek m.b.t. de uitbreiding van de EEG zal binnen enkele dagen worden vastgelegd in een nota die evt. naar de ministerraad kan gaan.
Hartogh acht een gesprek over uitbreiding van de EEG op ministerieel niveau weinig kansrijk. Bovendien moet men zich ervoor hoeden dat een eventueel opbrengen van de kwestie toetreding-Engeland niet in de Franse kaart zal spelen. Het zou minder gelukkig zijn indien in een formeel gesprek vijf landen zouden aandringen op heropening van de onderhandelingen met Engeland en Frankrijk dit zou afwijzen zonder dat de vijf daaraan enige consequentie kunnen verbinden. Vandaar de opdracht aan Spierenburg om voorzichtig te polsen. Hij zal rapporteren, opdat kan worden overzien in hoeverre een initiatief van Nederlandse zijde, zo mogelijk tijdens het Nederlands voorzitterschap, met enige kans op vruchtbare resultaten zal kunnen worden genomen.