S02364
10-11-1967
Actoren
Memorandum
Samenvatting
952. Onderhandelingen met Engeland.
Samen met Riphagen en Italianer is Hartogh tot de conclusie gekomen dat art. 237 een meerderheidsbeslissing over de aanvang van de onderhandelingen uitsluit. Nagegaan is ook of over een ander onderwerp dan het openen van onderhandelingen op 20 nov. A.s. een meerderheidsstemming kan worden uitgelokt. Procedurebeslissingen van de Raad kunnen in het algemeen met meerderheidsstemming worden genomen. De Raad zou dan ook een beslissing met een meerderheid kunnen nemen over de vraag hoeveel tijd gemoeid zal zijn met het voorbereidend onderzoek van de onderhandelingen. De Raad zou ook bij meerderheid kunnen beslissen dat 'gesprekken' met de Engelsen worden gehouden vooruitlopend op de onderhandelingen.
Hartogh c.s. vragen zich af of het niet logischer zou zijn dat, nadat Couve een uiteenzetting zal hebben gehouden over de prealabele voorwaarden de vraag in stemming zal worden gebracht of de Raad van oordeel is dat de aanvang van de onderhandelingen met de Britten zal moeten wachten tot het moment waarop aan de door de Fransen gestelde voorwaarden zal zijn voldaan. Hierop is zeker een 5-1 positie mogelijk.
Samen met Riphagen en Italianer is Hartogh tot de conclusie gekomen dat art. 237 een meerderheidsbeslissing over de aanvang van de onderhandelingen uitsluit. Nagegaan is ook of over een ander onderwerp dan het openen van onderhandelingen op 20 nov. A.s. een meerderheidsstemming kan worden uitgelokt. Procedurebeslissingen van de Raad kunnen in het algemeen met meerderheidsstemming worden genomen. De Raad zou dan ook een beslissing met een meerderheid kunnen nemen over de vraag hoeveel tijd gemoeid zal zijn met het voorbereidend onderzoek van de onderhandelingen. De Raad zou ook bij meerderheid kunnen beslissen dat 'gesprekken' met de Engelsen worden gehouden vooruitlopend op de onderhandelingen.
Hartogh c.s. vragen zich af of het niet logischer zou zijn dat, nadat Couve een uiteenzetting zal hebben gehouden over de prealabele voorwaarden de vraag in stemming zal worden gebracht of de Raad van oordeel is dat de aanvang van de onderhandelingen met de Britten zal moeten wachten tot het moment waarop aan de door de Fransen gestelde voorwaarden zal zijn voldaan. Hierop is zeker een 5-1 positie mogelijk.