Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02369
28-12-1967
Samenvatting
1070. Samenwerking met VK.
De Engelsen denken aan samenwerking met een zo groot mogelijke groep, het liefst met de vijf als geheel. Duidelijk is dat een samenwerking à cinq het voordeel zou hebben dat daarbij maximale aandacht kan worden besteed aan punten van praktisch belang, verband houdend met de EEG en een mogelijk latere toetreding. Daarnaast zijn er nog andere vraagstukken die zich voor samenwerking lenen, o.a. buitenlandse politiek. De Duitse weerstand zal echter groter worden naarmate men verder gaat dan consultatie over directe EEG-zaken. Een blijvende politieke band tussen de vijf en Engeland - analoog aan het Frans-Duitse vriendschapsverdrag - zal waarschijnlijk door de Duitsers worden afgewezen, teneinde de relatie met Frankrijk niet in gevaar te brengen. De BRD zal wellicht meer voelen voor bilaterale contacten met de kandidaatleden.
Ook is het onzeker of de Benelux-partners en Italië bereid zullen zijn tot vergaande samenwerking met de toetredingskandidaten. Daarom moet eerst worden nagegaan hoe ver zij bereid zijn te gaan, waarbij duidelijk moet worden gemaakt dat Nederland zéér ver wil gaan. Daarom moet aan hen duidelijk worden gemaakt dat Nederland een verdrag met het VK wil sluiten met een maximale inhoud en de hoop uit te spreken dat zij eveneens hiertoe bereid zullen zijn.
Zie ook