S02419
05-01-1971
Actoren
Memorandum
Samenvatting
5. Onderhandelingen VK-EEG.
Hartogh ontving de Britse ambassadeur die kwam informeren naar de indruk van Hartogh over de toetredingsonderhandelingen. Het belangrijkste onderwerp was de kwestie van het Britse aandeel in de financiering van de Gemeenschappen.
Hartogh stelde dat het Britse aanbod inzake de overgangsregeling voor de financiering hem uit taktisch oogpunt bevreemdde. De Britten willen hun contributie in vijf jaar op 13 à 15% van de EEG-begroting brengen, te beginnen met 3% in het eerste jaar. Dit voorstel leek hem onaanvaardbaar. Hartogh wees erop dat Engeland niet moet onderschatten het begrip dat er in de Gemeenschap voor de moeilijke positie van Engeland en in die optiek kon een aanbod van 3% geen serieuze indruk maken.
Sir Edward ontkende dat het Engelse aanbod een openingsaanbod was. De Engelsen zijn bereid na de overgangsperiode een sprong in het duister te maken van ca. 15% tot een percentage dat wellicht boven de 20% zal liggen. Hij wees op de ongunstige indruk de een hoog 'entrance fee' zou maken bij de Britse publieke opinie.
Hartogh ontving de Britse ambassadeur die kwam informeren naar de indruk van Hartogh over de toetredingsonderhandelingen. Het belangrijkste onderwerp was de kwestie van het Britse aandeel in de financiering van de Gemeenschappen.
Hartogh stelde dat het Britse aanbod inzake de overgangsregeling voor de financiering hem uit taktisch oogpunt bevreemdde. De Britten willen hun contributie in vijf jaar op 13 à 15% van de EEG-begroting brengen, te beginnen met 3% in het eerste jaar. Dit voorstel leek hem onaanvaardbaar. Hartogh wees erop dat Engeland niet moet onderschatten het begrip dat er in de Gemeenschap voor de moeilijke positie van Engeland en in die optiek kon een aanbod van 3% geen serieuze indruk maken.
Sir Edward ontkende dat het Engelse aanbod een openingsaanbod was. De Engelsen zijn bereid na de overgangsperiode een sprong in het duister te maken van ca. 15% tot een percentage dat wellicht boven de 20% zal liggen. Hij wees op de ongunstige indruk de een hoog 'entrance fee' zou maken bij de Britse publieke opinie.