S02421
27-01-1971
Actoren
Memorandum
Samenvatting
317. Onderhandelingen VK-EEG.
De Koster ontving de Britse ambassadeur, die een boodschap van Rippon overhandigde. Hij wees op een bilateraal probleem tussen het VK en Nederland in die zin, dat men in Londen de indruk heeft dat de Nederlandse regering in sommige opzichten moeilijker is dan andere partners inzake de eisen die aan Engeland t.a.v. de financiering worden gesteld.
De ambassadeur zette vervolgens de redenen van de wenselijkheid van een lage startbijdrage uiteen. Hij vroeg ook om hem te helpen Londen te overtuigen dat er in Nederland een opvatting heerst t.a.v. de Britse contributie, die op redelijke gronden is gebaseerd.
De Koster antwoordde dat Nederland geenszins het onderste uit de kan wil hebben, maar dat het rekening wil houden met de posities van andere landen. De taak van Nederland is het om een compromis te bewerkstelligen. Bovendien is Nederland bevreesd dat bij een te geringe bijdrage van het VK de Fransen zullen weigeren deze kandidaat onmiddellijk na toetreding volledig stemrecht te geven. Voor Nederland is de financiƫle kant van de toetreding nooit van voldoende belang om een mislukking van de onderhandelingen te rechtvaardigen.
De Koster ontving de Britse ambassadeur, die een boodschap van Rippon overhandigde. Hij wees op een bilateraal probleem tussen het VK en Nederland in die zin, dat men in Londen de indruk heeft dat de Nederlandse regering in sommige opzichten moeilijker is dan andere partners inzake de eisen die aan Engeland t.a.v. de financiering worden gesteld.
De ambassadeur zette vervolgens de redenen van de wenselijkheid van een lage startbijdrage uiteen. Hij vroeg ook om hem te helpen Londen te overtuigen dat er in Nederland een opvatting heerst t.a.v. de Britse contributie, die op redelijke gronden is gebaseerd.
De Koster antwoordde dat Nederland geenszins het onderste uit de kan wil hebben, maar dat het rekening wil houden met de posities van andere landen. De taak van Nederland is het om een compromis te bewerkstelligen. Bovendien is Nederland bevreesd dat bij een te geringe bijdrage van het VK de Fransen zullen weigeren deze kandidaat onmiddellijk na toetreding volledig stemrecht te geven. Voor Nederland is de financiƫle kant van de toetreding nooit van voldoende belang om een mislukking van de onderhandelingen te rechtvaardigen.