Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
4a. Het Europese universitaire instituut in Florence.
De Brauw meent dat het in Nederland niet juist moet worden geacht om zonder overleg met nationale organen als de Academische Raad en de KNAW een voordracht te doen. Indien men enige wetenschappelijke erkenning in Nederland wil bereiken, zal men deze organen moeten horen.
Westerterp wijst erop dat het om een internationale benoeming gaat waarvoor een nationale adviezen moeten worden gevraagd. Het is van belang dat op korte termijn een naam wordt genoemd voor de presidentsfunctie.
De minister-president wil niet verder gaan dan informele toetsing. Besloten wordt dat De Brauw op informele wijze het voornemen van het kabinet om een Nederlander voor te dragen als president voor te leggen aan twee leden van het presidium van de KNAW.
Zie ook