Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02542
12-12-1969
Actoren
Memorandum
Samenvatting
1259. Financiering Europese Gemeenschappen met eigen middelen.
De nota van Witteveen gaat inzoverre langs de realiteit heen dat het daarin gesuggereerde Nederlandse standpunt reeds vorige keer door Witteveen in de EEG-Raad werd uiteengezet, doch in het geheel geen steun heeft gevonden. Voor Duitsland is niet niet attractief, omdat hun bijdrage zou stijgen tot 36,2%. Hartogh meent dat het Duitse voorstel ook voor Nederland voordeliger kan zijn omdat Nederland dan tussen de 6,5 en 7,9% komt te liggen.
Hartogh meent verder dat de ministerraad in het mandaat aan Witteveen moet opnemen dat hij het tevens opneemt dat de belangen van de toetredingskandidaten door de te vinden formule niet mogen worden geschaad. Ook ware in het mandaat op te nemen dat gestreefd moet worden naar een zo groot mogelijk aandeel in de financiering door communautaire belasting.
Voorts zou de ministerraad de suggestie van de Coördinatiecommissie kunnen volgen dat het niet in het belang van Nederland is al te grote haast te maken met het vaststellen van de lastenverdeling, zolang geen regeling is getroffen voor de vergrote bevoegdheid van het Europees Parlement en zolang nog geen enkel begin van overeenkomst bestaat over de structuurhervorming van de landbouw.
Zie ook