Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02663
09-05-1973
Samenvatting
Conclusies Coördinatiecommissie, 9 mei 1973, 2e deel.
2. Voorbereiding Raadszitting EG van 22 mei (Energieraad).
Als toelichting op de EZ-nota merkt de vertegenwoordiger van EZ op dat de Commissie aanvankelijk plannen had voor een communautair energiebeleid met name gericht op aardolie. Er werd gedacht aan rechtstreekse contacten met de olieproducerende landen en ingrijpende regulering van de interne markt van de EG. Onder invloed van de lidstaten is dit afgezwakt en wordt het contact met de OPEC-landen als een secundaire prioriteit beschouwd, terwijl de regulering van de interne markt beperkt zal blijven. Deze aanpak van de Commissie is realistischer en meer aanvaardbaar. Eerste prioriteit blijft het overleg met andere olie-importerende landen zoals de VS en Japan. Dit zou het beste in de OESO kunnen geschieden. De vraag of de Gemeenschap een taak heeft en wie namens de Gemeenschap optreedt kan in de Raadszitting nog niet worden beantwoord. Verder wordt door de EZ-vertegenwoordiger opgemerkt dat het ongewenst is dat de Gemeenschap thans tot afspraken komt met olie-producerende landen. Men moet bilateralisme vermijden omdat de Gemeenschap in een zwakkere positie verkeert dan Japan en de VS.
Wat de inhoud van de gemeenschappelijke energiepolitiek moet zijn, is nog niet vast te stellen.
Zie ook