Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S02924
30-06-1978
Samenvatting
377. Voorstellen tot versterking van de monetaire samenwerking in Europa.
Schmidt en Giscard hebben een voorstel uitgewerkt voor grotere wisselkoersstabiliteit. Hoofdgedachte is dat het om politieke en economische redenen niet aanvaardbaar is dat Europa geteisterd wordt door veelvuldige onrust op de valutamarkten. Zij stellen de Europese Raad voor om te komen tot een wisselkoersarrangement met als kenmerken, o.a. geringere bandbreedte voor de wisselkoersen dan de huidige, 2,25%, een overgangsfase voor landen die deze marges nog niet kunnen aanhouden van maximaal 2 jaar, onderlinge koersveranderingen blijven mogelijk, uitbreiding kredietfaciliteiten EG, opwaardering Europees Fonds voor Monetaire Samenwerking en de Europese Rekeneenheid tot reservevaluta. Aan het nieuwe wisselkoersarrangement kunnen alle Europese landen deelnemen (ook niet-EG-landen). Nederland is voorstander van de stabiliteit van wisselkoersen maar meent ook dat de nieuwe afspraken geloofwaardig moeten zijn en op langere termijn kunnen worden gehandhaafd. Vergroting van de samenwerking met niet-slanglanden mag niet ten koste gaan van de stabiliteit.
Margés heeft m.n. twijfels t.a.v. de gewenste stabiliteit. Hij meent dat ook nauwere coördinatie van het algemene economische beleid hiervoor nodig is. Hij voorziet met name monetaire onrust als ook Italië hieraan deelneemt.