S03178
18-04-1975
Actoren
Memorandum
Samenvatting
340. Verslag overleg balans landbouwbeleid.
Op 17 april van het tweede ambtelijk overleg plaats over de balans van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Landbouw gaat zich langzamerhand realiseren dat het gesprek over de balans fundamenteler moet zijn dan het zich in eerste instantie had voorgesteld. De andere departementen volgen de lijn, dat de waarde van het gesprek in eerste instantie gelegen is in de analyse van het landbouwbeleid en de algemene normen die in de toekomst aan het beleid moeten worden gesteld. Landbouw wil vooralsnog overgaan tot de orde van de dag, te weten de concrete uitvoeringsvoorstellen van de Commissie.
Hieronder enkele fundamentele vragen van Financiƫn en BuZa:
- de noodzaak van een inkomensbeleid naast het structuurbeleid en prijsbeleid in de landbouw;
- de invloed van het werkgelegenheidsbeleid op het structuurbeleid;
- de vraag hoeveel Nederland moet overhebben voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het vraagstuk van de plafonnering van de EEG-landbouwbegroting;
- het overzicht van de zelfvoorzieningsgraad per product alsmede een oordeel over de gewenste hoogte ervan;
- externe gevolgen van het landbouwbeleid;
- integratie van de landbouw in het geheel van het economisch leven.
Het zou bijzonder jammer zijn als de gelegenheid niet aangegrepen zou worden voor een fundamentele herbezinning op de doelstellingen en prioriteiten van het landbouwbeleid anno 1975.
Op 17 april van het tweede ambtelijk overleg plaats over de balans van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Landbouw gaat zich langzamerhand realiseren dat het gesprek over de balans fundamenteler moet zijn dan het zich in eerste instantie had voorgesteld. De andere departementen volgen de lijn, dat de waarde van het gesprek in eerste instantie gelegen is in de analyse van het landbouwbeleid en de algemene normen die in de toekomst aan het beleid moeten worden gesteld. Landbouw wil vooralsnog overgaan tot de orde van de dag, te weten de concrete uitvoeringsvoorstellen van de Commissie.
Hieronder enkele fundamentele vragen van Financiƫn en BuZa:
- de noodzaak van een inkomensbeleid naast het structuurbeleid en prijsbeleid in de landbouw;
- de invloed van het werkgelegenheidsbeleid op het structuurbeleid;
- de vraag hoeveel Nederland moet overhebben voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid en het vraagstuk van de plafonnering van de EEG-landbouwbegroting;
- het overzicht van de zelfvoorzieningsgraad per product alsmede een oordeel over de gewenste hoogte ervan;
- externe gevolgen van het landbouwbeleid;
- integratie van de landbouw in het geheel van het economisch leven.
Het zou bijzonder jammer zijn als de gelegenheid niet aangegrepen zou worden voor een fundamentele herbezinning op de doelstellingen en prioriteiten van het landbouwbeleid anno 1975.