Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03324
24-03-1983
Actoren
Memorandum
Samenvatting
Lomé-III.
Nederland zal worden geconfronteerd met een aantal Commissiewensen die op gespannen voet staan met de Nederlandse denkbeelden, inzonderheid de Nederlandse wens om tot een groter evenwicht tussen geassocieerden en niet-geassocieerden te komen.
1. Nederland is tegen het voorstel voor een onbeperkte duur van het akkoord, omdat het een bestendiging betekent van de regionale concentratie van het EG-OS-beleid. Bovendien houdt dit geen rekening met toekomstige ontwikkelingen en zou het verstarrend kunnen werken.
2. Financiële en technische samenwerking. De hulp dient volgens de Commissie gericht te zijn op de sector politiek en strategieën. Aan de hulpverlening moet een beleidsdialoog ten grondslag liggen. Nederland onderschrijft deze benadering, maar er moeten geen al te grote verwachtingen worden gekoesterd.
3. Budgettarisering van het EOF. Reservering van een kwart van het EOF voor regionale integratie, lange termijn thematische acties en steun aan sectoriële politiek en voedselstrategieën roept wat het laatste betreft de vraag op of deze niet in indicatieve programma's kunnen worden geïncorporeerd.