S03350
16-08-1983
Actoren
Memorandum
Samenvatting
T7/479. Concept-brief T aan ministerie V&W over Memorandum Europees Vervoerbeleid.
VADV wijst terecht op dat het feit dat de Nederlandse delegatie in de wegvervoerbesprekingen met Frankrijk het door Nederland voorgestane gemeenschappelijk vervoersbeleid als eerste punt aan de orde heeft gesteld. Het bezwaar van DIE tegen het V&W-beleid is niet zozeer gericht tegen bilaterale besprekingen als zodanig. Het bezwaar richt zich erop dat de minister van V&W in de Vervoersraad van 7 juli een Nederlandse reserve op een communautair vervoersbeleidsdossier heeft gekoppeld aan het resultaat van bilaterale besprekingen met de BRD, Frankrijk, Italië, waarin contraprestaties op het gebied van het wegvervoer worden verlangd. Indien deze lidstaten bereid zijn tot contraprestaties is Nederland bereid tot het intrekken van de reserve.
DIE meent dat, doordat Frankrijk en Italië andere opvattingen over het EG-vervoerbeleid hebben, koppeling tussen bilaterale en communautaire kwesties kan resulteren in blokkering van de communautaire besluitvorming. Voorgesteld wordt om in de brief aan Smit-Kroes een passage toe te voegen waarin wordt gesteld dat gewaakt moet worden dat bilaterale onderhandelingen met de EG-partners niet de Nederlandse opvattingen en opstelling t.a.v. de ontwikkeling van het communautaire vervoerbeleid zou schaden of bemoeilijken. Daarom is het minder wenselijk dat vooruitgang in communautaire vervoerdossiers wordt gekoppeld aan resultaten van bilaterale besprekingen.
VADV wijst terecht op dat het feit dat de Nederlandse delegatie in de wegvervoerbesprekingen met Frankrijk het door Nederland voorgestane gemeenschappelijk vervoersbeleid als eerste punt aan de orde heeft gesteld. Het bezwaar van DIE tegen het V&W-beleid is niet zozeer gericht tegen bilaterale besprekingen als zodanig. Het bezwaar richt zich erop dat de minister van V&W in de Vervoersraad van 7 juli een Nederlandse reserve op een communautair vervoersbeleidsdossier heeft gekoppeld aan het resultaat van bilaterale besprekingen met de BRD, Frankrijk, Italië, waarin contraprestaties op het gebied van het wegvervoer worden verlangd. Indien deze lidstaten bereid zijn tot contraprestaties is Nederland bereid tot het intrekken van de reserve.
DIE meent dat, doordat Frankrijk en Italië andere opvattingen over het EG-vervoerbeleid hebben, koppeling tussen bilaterale en communautaire kwesties kan resulteren in blokkering van de communautaire besluitvorming. Voorgesteld wordt om in de brief aan Smit-Kroes een passage toe te voegen waarin wordt gesteld dat gewaakt moet worden dat bilaterale onderhandelingen met de EG-partners niet de Nederlandse opvattingen en opstelling t.a.v. de ontwikkeling van het communautaire vervoerbeleid zou schaden of bemoeilijken. Daarom is het minder wenselijk dat vooruitgang in communautaire vervoerdossiers wordt gekoppeld aan resultaten van bilaterale besprekingen.