S03430
07-12-1983
Actoren
codebericht
Samenvatting
Evaluatie Europese Raad.
De ER te Athene heeft niet de zo vurig gehoopte doorbraak gebracht bij de behandeling van de opdracht die door de ER te Stuttgart was verstrekt t.a.v. de bijstelling van het landbouwbeleid, het zg. nieuwe beleid, uitbreiding met Spanje en Portugal, de financiële evenwichtigheden en de uitbreiding der eigen middelen. Oorzaken zijn: het feit dat een aantal lidstaten met nieuwe eisen zijn gekomen, het feit dat te weinig besef van urgentie bleek te bestaan bij een aantal deelnemers om hun nationale belangenbehartiging enigszins te matigen, het feit dat een aantal dossiers niet voldoende bleken te zijn gerijpt om de ER in staat te stellen de eindbeslissing te nemen. Met name de landbouwproblematiek (beperking van de gegarandeerde hoeveelheid melk en de invoering superheffing) had last van nieuwe eisen van lidstaten. T.a.v. de financiële onevenwichtigheden bleek Frankrijk niet bereid tot een permanente regeling, maar gaf de voorkeur voor een regeling voor hoogstens 2 à 3 jaar.
Hoe teleurstellend en verontrustend e.e.a. ook is, zijn er ook lichtpunten te ontwaren. Te verwachten valt dat het quotasysteem voor de zuivel er toch gaat komen en dat er ook voor de granen uitzicht is op consensus, wat ook het geval kan zijn voor de financiële richtsnoer voor de landbouwgarantieuitgaven.
Volgens Van den Broek is er beter geen besluit dan een slecht besluit. Het geheel overziende heeft de Gemeenschap een zware slag moeten incasseren en is met name de noord-zuid-tegenstelling omineus. Toch zijn er voldoende bouwstenen aanwezig om onder het Franse voorzitterschap tot resultaten te komen. De tijd dringt wel.
De ER te Athene heeft niet de zo vurig gehoopte doorbraak gebracht bij de behandeling van de opdracht die door de ER te Stuttgart was verstrekt t.a.v. de bijstelling van het landbouwbeleid, het zg. nieuwe beleid, uitbreiding met Spanje en Portugal, de financiële evenwichtigheden en de uitbreiding der eigen middelen. Oorzaken zijn: het feit dat een aantal lidstaten met nieuwe eisen zijn gekomen, het feit dat te weinig besef van urgentie bleek te bestaan bij een aantal deelnemers om hun nationale belangenbehartiging enigszins te matigen, het feit dat een aantal dossiers niet voldoende bleken te zijn gerijpt om de ER in staat te stellen de eindbeslissing te nemen. Met name de landbouwproblematiek (beperking van de gegarandeerde hoeveelheid melk en de invoering superheffing) had last van nieuwe eisen van lidstaten. T.a.v. de financiële onevenwichtigheden bleek Frankrijk niet bereid tot een permanente regeling, maar gaf de voorkeur voor een regeling voor hoogstens 2 à 3 jaar.
Hoe teleurstellend en verontrustend e.e.a. ook is, zijn er ook lichtpunten te ontwaren. Te verwachten valt dat het quotasysteem voor de zuivel er toch gaat komen en dat er ook voor de granen uitzicht is op consensus, wat ook het geval kan zijn voor de financiële richtsnoer voor de landbouwgarantieuitgaven.
Volgens Van den Broek is er beter geen besluit dan een slecht besluit. Het geheel overziende heeft de Gemeenschap een zware slag moeten incasseren en is met name de noord-zuid-tegenstelling omineus. Toch zijn er voldoende bouwstenen aanwezig om onder het Franse voorzitterschap tot resultaten te komen. De tijd dringt wel.