Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
De doelstellingen op langere termijn van het EMS en de Ecu.
Sinds het voorjaar van 1984 wordt in diverse organen gesproken over de verdere ontwikkeling van het EMS. Inmiddels is men het erover eens dat op een aantal onderdelen (convergentie, liberalisatie van het kapitaalverkeer en versterking van het wisselkoersarrangement) ruimte is voor vooruitgang. Ook is er overeenstemming over verruiming van het gebruik van de Ecu.
Het einddoel van de monetaire samenwerking is de realisering van een economische en monetare unie (EMU). Nederland onderschrijft nog steeds dit doel van 1969. Verder ontwikkeling van het EMS moet gericht zijn op verwezenlijking van de EMU. Voor de Ecu betekent dit dat de huidige functies als tussenfase moeten worden gezien.
Voor een gemeenschappelijke munt moet er op Europees niveau een monetaire autoriteit komen die de munt in omloop brengt. Dit vereist soevereiniteitsoverdracht, die zich ook moet uitstrekken op strategische elementen van het algemene economische beleid, en met name op de omvang van de begrotingstekorten. Voor de realisering van de EMU zijn verder nodig een convergentie naar een laag inflatieniveau, afschaffing kapitaalrestricties en completering van het wisselkoersarrangement van het EMS. Dit betekent ook dat de Ecu dient uit te groeien tot een internationale reservevaluta.
Zie ook