Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03561
27-11-1985
Actoren
Notitie
Samenvatting
Europese Raad: Intergouvernementele Conferentie.
1 Een succesvolle afloop van de IGC op 2 en 3 dec. is niet verzekerd. De mogelijkheid is aanwezig dat t.g.v. het minimalistische standpunt van Denemarken en het VK het t.a.v. de bevoegdheden van het EP niet mogelijk zal zijn om tot overeenstemming te komen. Vermoedelijk zal het resultaat van de IGC behelzen: voltooiing van de interne markt per 31-12-1992, verandering van het unanimiteitsvereiste van art. 100 in een gekwalificeerde meerderheid, erkenning dat voltooiing van de interne markt dient te voldoen aan hoge eisen op het gebied van volksgezondheid en milieu, een beperkte vergroting van de wetgevende bevoegdheden van het EP, en hoofdstukken over technologische samenwerking en milieubeleid.
De vraag is in hoeverre deze uitkomst beantwoordt aan de Nederlandse doelstellingen welke gericht waren op verbetering van de besluitvorming binnen de Gemeenschap, mede ter verwezenlijking van de interne markt en het geven van additionele inhoud aan de rol van het EP.
In de CoCo bleek dat sommigen meenden dat de uitkomsten te gering zouden zijn en de nadelen te groot om nog van een acceptabele einduitslag te kunnen spreken. Anderen waren van mening dat er een positief saldo resulteert. Gewezen wordt op een bescheiden doorbraak van het uniformiteitsbeginsel, terwijl formalisering van de doelstelling van de interne markt het gewenste signaal aan het bedrijfsleven geeft. Maar ook deze leden van de CoCo meenden dat de grenzen van het acceptabele dicht genaderd zijn genaderd en dat verder afkalven van het eindresultaat de vraag opwerpt of Nederland wel zijn instemming kan geven. Mislukken zal echter het indruk van stagnatie van de Europese integratie verscherpen.