Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03581
27-08-1985
Samenvatting
445(I12). Beroepsprocedure tegen Commissiebeschikking inzake migratiebeleid.
Sociale Zaken heeft juridische en materiële bezwaren tegen de door de EC vastgestelde beschikking die lidstaten verplicht tot het melden van bepaalde wetgeving inzake migratie uit derde landen aan de Commissie en andere lidstaten. SoZa wil desnoods de beschikking ter vernietiging voorleggen aan het Hof van Justitie. Deze conclusie wordt niet gedeeld door BuZa.
Volgens SoZa biedt art. 118 van het EG-verdrag onvoldoende basis voor het vaststellen van een dwingende beschikking. Bovendien suggereert de beschikking dat het migratie een communautaire competentie is. Voorts zou de beschikking praktisch onuitvoerbaar zijn.
Ook Justitie meent dat de Commissie te ver is gegaan, maar wil eerst alle mogelijkheden onderzoeken om de Commissie eventueel tot intrekking van de beschikking te bewegen.
BuZa voert aan dat de EG-Ministerraad op 27 juni besloen heeft tot coördinatie van het migratiebeleid van de lidstaten. Bovendien is het voor Nederland politiek niet opportuun om kort voor de Intergouvernementele Conferentie en het Nederlands voorzitterschap een procedure bij het Hof te voeren. Bovendien pleit Nederland traditioneel voor grotere bevoegdheden van de Commissie. Bovendien is een hofprocedure een zwaar middel voor een doel dat ook met andere middelen kan worden bereikt.
Bovendien zijj er voldoende redenen aan te voeren voor een gedegen coördinatie van het migratiebeleid in de EG.
Zie ook