Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3. Voorbereiding Landbouwraad van 24 en 25 februari 1986.
Van Aardenne heeft begrepen dat er in de CoCo een punt is gerezen over het begrip 'buitengewone omstandigheden' in de regels m.b.t. de budgettare discipline. Braks herhaalt dat de Nederlandse benadering gericht is op het bereiken van een beter evenwicht op de landbouwmarkten en daarmee een betere budgettaire discipline en stabiele handelspolitieke verhouding. Hij meent dat de Commissie uit de goede analyse in het Groenboek geen goede voorstellen zijn voortgekomen om de beoogde sanering tot stand te brengen. Eigenlijk had ment met prijsverlagingen moeten komen.
Ruding meent dat voor 1986 en 1987 moet worden vastgehouden aan de Londense norm voor stijging van de landbouwuitgaven. Voor 1986 wordt de norm al overschreden. De vraag is wie hiervoor moet opdraaien.
Van Aardenne meent dat ook moet worden voorkomen dat er nieuwe voorraden worden gevormd. Een duidelijke productiebeperking is een absolute voorwaarde. Hij heeft geen bezwaar tegen een nationale inkomenssubsdie voor kleine boeren als daardoor de productie kan afnemen. Lubbers is het hiermee eens. De ervaring is dat als men de boer minder per product geeft hij meer gaat produceren; het omgekeerde s waarschijnlijk ook waar.
Besloten wordt vast te houden aan de Londense norm voor de stijging van de landbouwuitgaven. Het beroep van de Commissie, nav. de daling van de dollar, op buitengewone omstandigheden, wordt afgewezen. De delegatie zal voorstellen doen voor een crisisscenario voor het geval de Londense norm wordt overschreden.