S03619
05-03-1979
Actoren
Memorandum
Samenvatting
892. REZ van 5 maart 1979 om 10 uur.
De REZ is bedoeld om werkafspraken te maken voor de a.s. Europese Raad. Het Franse voorzitterschap heeft een volle agenda samengesteld, die waarschijnlijk nauwelijks voor wijziging vatbaar is. Het lijkt erop dat de Fransen al een ontwerp-communiqué klaar hebben. Bovendien heeft Giscard het voornemen een afzonderlijke werkvergadering van de regeringsleiders te houden. Van der Klaauw heeft al opdracht gegeven hiertegen bezwaar te maken. Hiermee dreigt de afgesproken opzet van de ER ondergraven te worden. Voorkomen moet worden dat het 'gesprek bij de haard'een formeel karakter krijgt.
T.a.v. de triangulaire Euro-Arabische-Afrikaanse samenwerking zal Giscard geen concrete voorstellen doen. De CoCo bepleitte een voorzichtige opstelling omdat het Nederlandse ontwikkelingsbeleid niet geporteerd is voor een te grote nadruk op regionalisatie en omdat het IEA-beleid hierdoor doorkruist kan worden en omdat daarmee de rol van de VS in de Midden-Oosten-politiek kan worden bemoeilijkt. Merckelbach meent echter dat men de ideeën van Giscard serieus moet nemen en niet moet kwalificeren als 'geo-politieke fantasieën'.
De REZ is bedoeld om werkafspraken te maken voor de a.s. Europese Raad. Het Franse voorzitterschap heeft een volle agenda samengesteld, die waarschijnlijk nauwelijks voor wijziging vatbaar is. Het lijkt erop dat de Fransen al een ontwerp-communiqué klaar hebben. Bovendien heeft Giscard het voornemen een afzonderlijke werkvergadering van de regeringsleiders te houden. Van der Klaauw heeft al opdracht gegeven hiertegen bezwaar te maken. Hiermee dreigt de afgesproken opzet van de ER ondergraven te worden. Voorkomen moet worden dat het 'gesprek bij de haard'een formeel karakter krijgt.
T.a.v. de triangulaire Euro-Arabische-Afrikaanse samenwerking zal Giscard geen concrete voorstellen doen. De CoCo bepleitte een voorzichtige opstelling omdat het Nederlandse ontwikkelingsbeleid niet geporteerd is voor een te grote nadruk op regionalisatie en omdat het IEA-beleid hierdoor doorkruist kan worden en omdat daarmee de rol van de VS in de Midden-Oosten-politiek kan worden bemoeilijkt. Merckelbach meent echter dat men de ideeën van Giscard serieus moet nemen en niet moet kwalificeren als 'geo-politieke fantasieën'.