Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03648
09-06-1981
Samenvatting
Conclusies Coördinatiecommissie, 9 juni 1981.
EG-salarissen. PVEG deed verslag van de besprekingen sinds de Raadszitting van 19 mei. Hierin werd onderzocht hoe de oriëntatie zoals die zichtbaar werd in de Raad in besluitvorming kon worden omgezet. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de positie van alle lidstaten, de Commissie en vertegenwoordigers van het personeel. Hoewel de ter tafel liggende tekst op 2 punten afwijkt van de conclusies van de Ministerraad van 15 mei, adviseerde PVEG met klem de CoCo om de tekst te aanvaarden, aangezien de verschillen van dusdanige aard zijn dat Nederland besluitvorming niet mag blokkeren. Dit ook met het oog op het Nederlands voorzitterschap. Hoewel de tekst een nieuwe methode vastlegt voor 10 jaar, heeft de Raad voldoende garanties ingebouwd om na 5 jaar corrigerend te kunnen optreden bij de salarisontwikkeling van EG-personeel.
De vertegenwoordigers van BiZa en Fin meenden dat de Raad reeds aanzienlijk was afgeweken van het ministerraadsbesluit van 15 mei. Voorts meenden zij dat een salarismethode voor langer dan 5 jaar in strijd is met het algemene nationale salarisbeleid.
Na ampele discussies ekende de CoCo unaniem de speciae verantwoordelijkheid van het Nederlands voorzitterschap ook voor wat betreft een ongehinderd besluitvormingsproces. Daarbij dient wat betreft de Europese salarisontwikkeling een zo restrictief mogelijk beleid te worden gevoerd. Alle departementen (BiZa en Fin hielden zich hun standpunt voor) schaarden zich achter de beleidsoriëntatie van de Raad van 19 mei.