Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
S03681
07-03-1984
Samenvatting
Conclusies Coördinatiecommissie, 7 maart 1984.
1. Voorbereiding Algemene Raad 12/13 maart.
De voorbereiding van de Europese Raad van 19 en 20 maart a.s. concentreert zich op het financiële hoofdstuk. De CoCo bevestigde de conclusies van het interdepartementaal overleg van 2 maart, t.w.
- Een eventuele koppeling tussen duur Britse compensatiesysteem en uitbreiding eigen middelen wordt niet op voorhand afgewezen.
- Het door de Commissie ingediende voorstel tot verhoging eigen middelen tot 2% is niet aanvaardbaar. Een beslissing over eventuele uitbreiding is afhankelijk van de uitkomst van de discussie over de budgettaire discipline en de beheersing van de landbouwuitgaven.
- Inzake de budgettaire discipline betekent de Londense norm niet noodzakelijkerwijs dat de landbouwuitgaven aanzienlijk moeten achterblijven; een (vrijwel) gelijkblijven is al een aanzienlijk resultaat, gezien de lage autonome groei van de eigen middelengrondslag.
2. Voorbereiding EcoFinraad van 12 maart. Er zal aandacht worden besteed aan 5 jaar EMS. De Commissie zal een document opstellen dat een evaluatie van het functioneren van het EMS bevat. De CoCo wees op het groot belang van het EMS voor de EG, niet in het minst omdat het werkbaarder is gebleken dan de besluiten uit 1969 en 1971 inzake de EMU. Het EMS heeft i.h.a. redelijk gefunctioneerd. Om een evenwichtige ontwikkeling van de investeringen in de Gemeenschap te bevorderen is een grotere stabiliteit van wisselkoersen op middellange termijn gewenst. Versterking van het wisselkoersmechanisme van het EMS moet gebaseerd zijn op een vergroting van de economische beleidsconvergentie. Nederland verwelkomt het toenemend particulier gebruik van de ECU.
3. Voorbereiding Landbouwraad van 12/13 maart.
Nederland meent dat de bezuinigingen in de landbouwsectoren een bijdrage moeten leveren aan de totale inspanning tot sanering van het GLB. Dit is politiek noodzakelijk met het oog op de presentatie van ingrepen in de zuivelsector. Daarnaast moeten maatregelen worden genomen om het uitgavenniveau te houden binnen de vastgestelde begrotingsgrens van 16,5 mld ECU.