Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3 a. Uitbreiding van de Europese Gemeenschappen.
Duisenberg vindt dat in de nota wel veel risico’s van uitbreiding worden aangeduid, maar vervolgens te gemakkelijk worden weggewoven. Hij onderstreept dat de drie kandidaat-leden volledig anders zijn gestructureerd en zich in een totaal andere ontwikkelingsfase bevinden. Verschillende bewindslieden duiden de problemen aan die ze verwachten op hun eigen beleidsterrein. Gruijters onderstreept het door Boersma en Van Agt aangeduide bezwaar inzake het vrij verkeer van werknemers. Den Uyl kan zich vinden in de strekking van de nota, het spanningsveld tussen de uiteindelijke politieke doelstelling van een Europese eenheid enerzijds en een uitbreiding van de Gemeenschap anderzijds. Zijns inziens wordt terecht voor uitbreiding gekozen. Van der Stoel ziet toetreding als een zeer langdurig proces. De raad bevestigt het reeds eerder ingenomen standpunt dat naar een uitbreiding van de EG met Griekenland, Portugal en Spanje zal worden gestreefd. De vormgeving aan deze uitbreiding en de te hanteren voorwaarden behoeven echter nog een nadere uitwerking alsmede een standpuntbepaling van de raad.
Zie ook