Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Z00507
15-03-1979
Samenvatting
Evaluatie Europese Raad.
De jongste ER was weinig inspirerend maar heeft duidelijke orientaties gegeven en is tot nuttige besluiten gekomen.
1. Economische en sociale situatie.
Inflatiebestrijding wordt als een onontbeerlijke voorwaarde voor een stabiele en duurzame groei gesteld. Dit past geheel in het Nederlandse beleid.
2. Werkgelegenheid en sociale politiek.
Een opdracht aan de Commissie om aanpassing van de arbeidstijd te bestuderen, kan tot tevredenheid stemmen.
3. Energie.
Van Nederlandse kant is erop aangedrongen dat de lidstaten een gelijkwaardige prestatie zullen leveren ten aanzien van de besparingsinspanning. Nederland had graag voorzichtiger op de oproep van Saoedi-Arabië gereageerd. Betreft bouwplannen van nucleaire centrales is aan de Bondskanselier duidelijk gemaakt dat de situatie in een dichtbevolkt land als Nederland niet zo eenvoudig ligt.
4. Convergentie.
Er wordt melding gemaakt van de Nederlandse suggesties inzake. Nederland heeft bezwaren tegen het bereiken van convergentie door een verminderde begrotingsbijdrage (als voorgesteld door het VK). Het stemt voldoening dat het communiqué stelt dat de verantwoordelijkheid voor convergentie allereerst bij de betrokken lidstaten berust.
6. Informele gedeelte.
De Franse kritiek op Euratom en Giscard’s voornemen om onderdelen t.a.v haar bevoegdheden te wijzigen werden met weinig enthousiasme begroet.