Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3 c. Conclusies van de REZ-vergadering dd. 16 maart 1984.
Deetman is van oordeel dat geen besluitvorming kan plaatsvinden over de financiƫle problematiek van de Gemeenschap zolang er geen volstrekte helderheid is over de financiƫle consequenties. Van den Broek wijst erop dat het bij de EG-uitgaven niet gaat om een last waarvoor ons land niets terugkrijgt. Nederland is netto-ontvanger, nog afgezien van de voordelen die de vrije markt voor Nederland heeft. Lubbers wijst erop dat in de REZ bleek dat een aantal bewindspersonen van mening bleek dat een hoger BTW-plafond dan 1,4% acceptabel zou zijn. Door andere, waaronder Ruding, kon dit niet worden geaccepteerd. Lubbers is het hiermee eens maar wijst op de mogelijkheid dat een acceptabel totaalpakket wordt aangeboden waarin desalniettemin een gering hogere verhoging is voorzien. De raad stemt in met de conclusies met de aantekening dat Lubbers na afloop van de Europese top de raad zal rapporteren over de resultaten.