Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
2 e Verslag van de Europese Raad dd. 4, 5. en 6 december 1983.
De ER was van meet af aan bedoeld om uitwerking te geven aan de besluiten van de ER in Stuttgart. Op het punt van de landbouwproblematiek bleken zich onoverbrugbare problemen voor te doen. Een akkoord over de rationalisatie van de landbouwpolitiek kon niet tot stand worden gebracht. Het feit dat voor de zuivelproblematiek geen oplossing kon worden gevonden heeft volgens Lubbers uiteindelijk tot de mislukking van de ER geleid. Over de problematiek inzake de Britse EG-bijdrage liggen de meningen nog ver uiteen. Braks stelt dat het belangrijkste probleem op dit moment de tegenstelling is tussen de Noordelijke en Zuidelijke lidstaten en de uitzonderingsposities die lidstaten wensen. Nederland moet hieraan niet toegeven. Lubbers is het met Braks eens dat de verdere besluitvorming bij voorkeur door de speciale groep moet worden voorbereid. De Raad dreigt voor Nederland negatieve resultaten op te leveren, met name voor wat betreft het beleid ten aanzien van de intensieve melkveehouderij. Lubbers zegt toe zich nader te beraden en een procedurevoorstel voor te leggen aan de Raad.

Bijgevoegd: Memorandum 73/83 van DGES (28-12-1983) betreft onnauwkeurigheden in de notulen, Inv. Nr. 18563, uit: BZ, blok 4, 1975-1984 (Ministerie van Buitenlandse Zaken)