Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Z00926
12-06-1984
Samenvatting
Van den Broek betreft: VK-EG.
Van den Broek reageert op een verzoek van Huydecoper voor nader inzicht omtrent de verwachtingen t.a.v. het verdere verloop van de onderhandelingen over de Britse bijdrage. In de eindfase van dit pokerspel willen de betrokkenen echter weinig inzage geven in hun voornemens. Van den Broek stelt dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de negen hun aanbod uit de vorige ER wezenlijk zullen kunnen of willen verbeteren. Van Nederlandse zijde blijft de hoop gevestigd op een inventieve rol van het voorzitterschap in de aanloop naar Fontainbleau. De negen zullen in het uiterste geval de Gemeenschap gaande willen houden indien het VK niet aan een oplossing wil meewerken. Van den Broek kan instemmen met Huydecopers weergave van het Nederlandse standpunt: 1. Onvoorwaardelijk vasthouden aan het cijfer 1000 ecu; 2. Een hoger bedrag lijkt zeer moeilijk te bereiken en zal alleen aanvaardbaar zijn als de Duitsers daaraan volledig meedoen. 3. Voor het VK is het heel onverstandig de verwachting te blijven wekken dat nog meer concessies haalbaar zouden zijn.

Bijgevoegd: Huydecoper betreft VK-EG, 8 juni 1984