Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Samenvatting
3 c. Conclusies van de coördinatiecommissie dd. 28 augustus 1984.
De toetredingsonderhandelingen met Spanje en Portugal zijn in de laatste fase beland. Van Aardenne waarschuwt voor het gevaar dat in de onderhandelingen door tijdsdruk op allerlei voor Nederland belangrijke punten wordt toegegeven. Andere bewinslieden sluiten zich hier bij aan. Van Eekelen stelt dat over het algemeen kan worden gezegd dat Nederland niet meer concessies doet dan andere landen. Op enkele punten zal echter moeten worden toegegeven. Winsemius bepleit een hardere opstelling van Nederland binnen de EG. Braks en Van Aardenne sluiten zich hierbij aan. Nederland moet niet bij voorbaat laten weten geen gebruik te maken van haar veto-recht. Lubbers wil hierover geen oordeel geven en wijst op de manieren waarop de EG-begroting binnen de perken kan worden gehouden. Hoewel wordt erkent dat de EG voordelen oplevert, zoals gesteld door Van den Broek, zou het volgens Deetman nodig zijn de marco-economische voordelen van de EG nader te bekijken. De raad stemt er uiteindelijk mee in dat de notitie over Europa van de twee snelheden ook aandacht zal besteden aan het besluitvormingsmechanisme in de EG waaronder het standpunt t.a.v. het veto-recht. Bij de EG-begrotingsbesprekingen zal de uiterste terughoudendheid worden betracht.
Zie ook