Z01083
10-07-1985
Actoren
Notulen Ministerraad
Samenvatting
3 b. Conclusies van de Coördinatie Commissie dd. 9 juli 1985.
-Intergouvernmentele conferentie
Brinkman wil van Van den Broek graag de toezegging dat bij verder overleg over het werkingsgebied van het EG-Verdrag het cultuurbeleid niet alleen als onderdeel van het vrije verkeer van goederen en personen wordt beschouwd. Cultuur dient niet alleen een economisch doel. Van den Broek zegt toe de opmerking in herinnering te houden. Op de vraag of het mandaat op het punt van aanpassing van de verdragen niet te ruim is geformuleerd antwoordt hij dat Nederland er beter aan doet de agenda zo ruim mogelijk te formuleren. Dit is nodig om druk op het VK te kunnen uitoefenen.
-Eureka
Ruding merkt op dat besloten was de financiering binnen de communautaire begroting te doen geschieden, dit komt niet overeen met de CoCo-conclusies. Van den Broek merkt op dat hij een lijn voorstaat waarin een verhoogde prioriteit voor het technologiebeleid zal moeten leiden tot een bijstelling van prioriteiten op andere gebieden, ook financieel. Ruding acht het echter ontoelaatbaar een opening voor eventuele overschrijdingen van de communautaire/nationale begroting te creëren. Lubbers is het hier mee eens en stelt een wijziging van de conclusies voor.
-Intergouvernmentele conferentie
Brinkman wil van Van den Broek graag de toezegging dat bij verder overleg over het werkingsgebied van het EG-Verdrag het cultuurbeleid niet alleen als onderdeel van het vrije verkeer van goederen en personen wordt beschouwd. Cultuur dient niet alleen een economisch doel. Van den Broek zegt toe de opmerking in herinnering te houden. Op de vraag of het mandaat op het punt van aanpassing van de verdragen niet te ruim is geformuleerd antwoordt hij dat Nederland er beter aan doet de agenda zo ruim mogelijk te formuleren. Dit is nodig om druk op het VK te kunnen uitoefenen.
-Eureka
Ruding merkt op dat besloten was de financiering binnen de communautaire begroting te doen geschieden, dit komt niet overeen met de CoCo-conclusies. Van den Broek merkt op dat hij een lijn voorstaat waarin een verhoogde prioriteit voor het technologiebeleid zal moeten leiden tot een bijstelling van prioriteiten op andere gebieden, ook financieel. Ruding acht het echter ontoelaatbaar een opening voor eventuele overschrijdingen van de communautaire/nationale begroting te creëren. Lubbers is het hier mee eens en stelt een wijziging van de conclusies voor.