Nederland en de Europese integratie, 1950-1986

 
English | Nederlands
Z01094
27-09-1985
Samenvatting
3 b. Conclusies van de coördinatiecommissie dd. 24 september 1985.
Van Aardenne is verbaasd over een eventuele preferentiële positie voor de Golf-staten, in het bijzonder ten aanzien van petro-chemische producten. Juist in deze tijd wordt gestreefd naar het terugdraaien van preferentiële posities van rijke staten. Voorts merkt hij op dat Economische Zaken de eerstverantwoordelijke voor handelspolitiek is en dat het niet juist zou zijn dat Buitenlandse Zaken uit eigen beweging standpunten of toezeggingen zou doen. Van Eekelen merkt op dat er nog geen toezeggingen zijn gedaan. Hij is het ermee eens dat de argumenten tegen een preferentieel akkoord van groter belang zijn dan de argumenten voor.