The Netherlands and European Integration, 1950-1986

 
English | Nederlands
Summary
5. Samenstelling van en instructie voor de Nederlandse delegatie naar de conferentie inzake de Europese integratie (Brief ministers van Buitenlandse Zaken en Zonder Portefueuille, 4-6-1953, no. 4216).
1. Samenstelling delegatie.
2. Instructie delegatie. Beyen wijst op een veranderende houding van de Duitsers Eerder zagen zij de Europese Gemeenschap slechts als een overkoepeling van EDG en EGKS. Mansholt geeft aan dat een land óf lid van de Europese Gemeenschap is en dus alle verplichtingen en bevoegdheden aanvaardt óf zich slechts associeert en geen verantwoordelijkheid, noch bevoegdheden heeft inzake de Europese Gemeenschap.
3. Attributies der Europese Gemeenschap. Staf meent dat de KSG en EDG verschillend van karakter zijn en daarom zo weinig mogelijk aan elkaar gekoppeld moeten worden. De minister-president neemt aan dat de raad akkoord gaat met eenzelfde parlementair orgaan en hetzelfde hof voor de 3 gemeenschappen. De Nederlandse delegatie kan akkoord gaan, dat op den duur de EDG en KSG in de EG worden opgenomen, maar niet op korte termijn.
's-middags wordt over de instructie doorvergaderd. De raad gaat akkoord met de instructie.
See also