The Netherlands and European Integration, 1950-1986

 
English | Nederlands
Summary
11. Memorie van Antwoord inzake goedkeuring van het EDG-verdrag. (Brief minister van Buitenlandse Zaken, 24-6-1953, nr. 76575)
Beyen meent dat het een gunstig effect zou hebben, als in Nederland de Tweede Kamer het verdrag nog vóór de vakantie zou hebben goedgekeurd, anders zou de indruk onstaan, dat ook Nederland terughoudend is.
De minister-president wijst op de grondwettelijke aspecten. Bij voorbereiding van de grondwetswijziging is reeds rekening gehouden met de EDG. Beel meent dat er twee alternatieven zijn:òf het verdrag is in stijd met de grondwet òf de regering wijst strijd met de grondwet af. De minister-president constateert dat er strijd is met de grondwet. Hij stelt voor dat Beel en Beyen hierover overleg voeren.
In de middagvergadering wordt de tekst van het Memorie van Antwoord besproken.