The Netherlands and European Integration, 1950-1986

 
English | Nederlands
Summary
3f. De bespreking over de vijhandelszone in de OEES. (brief minister van Buitenlandse Zaken a.i., 11-4-1957, nr. 53.382 en brief staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, nr. 58.609).
Mansholt betreurt dat de ministerraad nog geen nota heeft ontvangen over de beginselen van de vrijhandelszone. Zo kan geen instructie aan de delegatie worden gegeven. Voorts meent hij dat de regering een gevaarlijke weg dreigt in te gaan. Na ondertekening van het EEG-verdrag zijn de zes daaraan gebonden en moeten zij van daaruit het vraagstuk van de vijhandel benaderen. Hij meent dat de vrijhandelszone een gevaar kan zijn voor de werking van de EEG. Zijlstra meent dat er gesproken moet worden over een zekere harmonisatie van het buitentarief.
Drees is positief over de vrijhandelszone en meldt nog eens dat hij vanwege dit streven belangrijke bezwaren tegen het EEG-verdrag voor lief heeft genomen.
Van der Beugel wijst erop dat ook in Engeland een oriƫntering richting het Europese continent plaatsvindt.