The Netherlands and European Integration, 1950-1986

 
English | Nederlands
S01551
06-06-1961
Summary
Nota over de Turkse associatie.
Tijdens de EEG-Raadsvergadering is diepgaand gediscussieerd over de hervatting van de associatie-besprekingen met Turkije. Nederland nam daarbij als standpunt in dat aan de Turken niet kon worden geweigerd wat aan de Grieken was toegestaan. Er is niet zo'n hemelsbreed verschil tussen de Griekse en Turkse associaties. Ook Turkije wil net als Griekenland een douaneunie, welke in principe in 12 jaar tot stand moet komen, waarbij voor een groot aantal producten echter een langere overgansfase (22 jaar) is voorzien. Bij de herstart van de onderhandelingen is duidelijk geworden dat er drie opties denkbaar zijn: a) een akkoord, zoals het Griekse associatieakkoord, b) een raamakkoord, waarbij in principe besloten wordt tot een douaneunie, doch waarin de uitvoeringsmodaliteiten niet of slechts ten dele zijn opgenomen, c) een akkoord zoals door de Europese Commissie wordt voorgestaan.
Nederland wil voorshands streven naar oplossing b of c. Mocht in Brussel blijken dat er niet voldoende steun is voor b), dan zou Nederland akkoord kunnen gaan met het Commissievoorstel als uitgangspunt voor de te voeren onderhandelingen.