The Netherlands and European Integration, 1950-1986

 
English | Nederlands
Summary
528. Europese Unie (REZ van 18-9-1975, punt 3).
De voorgestelde 'ontwerp-conclusies' zijn in feite niet meer dan een compacte en hier en daar afgezwakte samenvatting van het eerste rapport van de Werkgroep-Brinkhorst.
BuZa schrikt er zoals gewoonlijk voor terug directe vragen aan het kabinet voor te leggen uit vrees voor directe antwoorden die weinig of geen manoeuvreerruimte meer overlaten. Merckelbach meent daarentegen dat het kabinet de vraag moet beantwoorden of het bereid is het rapport-Spierenburg tot uitgangspunt voor het beleid te nemen. Is Nederland bereid tot een maximale overdracht van bevoegdheden aan de centrale Europese organen?
In de vorige REZ is nl. gebleken dat een aantal leden niet bereid was de hard core van de Commissie Spierenburg - de muntunie met harde tijdgebonden afspraken - te aanvaarden. Als het kabinet dit standpunt overneemt, betekent dit dat Nederland een mogelijk 'initiatief' prijsgeeft. Bovendien zou het de betekenis van het Spierenburg-rapport voor Tindemans en voor de verdere gedachtenvorming over een Europese Unie verdwijnen. Daarmee zouden de opvattingen van de Nedelrandse regering stukje bij beetje worden prijsgegeven.
Nederland zou zich volledig achter het rapport-Spierenburg moeten scharen en er naar moeten streven dat daarvan zoveel mogelijk terecht zal komen in het rapport-Tindemans.