Chronologisch overzicht van bedragen per jaar
Alle bedragen per jaar van de post Brandewijn en gebrande wateren in Overijssel worden getoond.
In het overzicht van posten kunt u naar specifieke posten zoeken. Door op het bronnummer te klikken krijgt u gedetailleerde informatie over de bron.
Er zijn in totaal 64 bedragen gevonden.
Regio | Jaar | Bron | Noot | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Overijssel | 1726 | 39.200 |
302 | Het middel van brandewijn etc. bij forme van monopolie | |||||
Overijssel | 1727 | 30.540 |
302 | Het middel van brandewijn etc. bij forme van monopolie, naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwolle, mitsgaders Hasselt en Steenwijck voor derselver stadts-accijs daer uit trekken in conformiteit van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 21 meert en 15 november 1726 | |||||
Overijssel | 1728 | 30.365 |
302 | Het middel van brandewijn etc. bij forme van monopolie, naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwolle, mitsgaders Hasselt en Steenwijck en Vollenho voor derselver stadts-accijs en de heere graaf van rchteren als heere van Almelo voor desselfs particuliere accijs daer uit trekken in conformiteit van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 21 maart en 15 november 1726 | |||||
Overijssel | 1729 | 58.083 |
302 | Het middel van brandewijn en gebrande wateren bij forme van monopolieover het eerste een vierendeel jaars van ---- [lopende jaar] bedraaght naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen, Zwolle, Hasselt, Steenwijck en Vollenho voor derzelver stadsaccijs, mitsgaders de heeregraef van Rechteren als heere van Almelo voor desselfs partikuliere accijs daer uit trekken in conformiteit van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 21 meert en 15 nov. 1726 de somma van 10.044-11- 4Het selve middel over de drie overige drie vierendeel jaars van 1729 op de laast geƫmaneerde ordonnantie verpaght, beloopt naa aftrek als voren ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 20 september 1729 en van de gedeputeerden van den 27 februarij 1730 de somma van 48.038-11- 9Dus te samen de somma van | |||||
Overijssel | 1730 | 63.123 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Haselt, Steenwijck en Vollenhove voor der selver stadsaccijs,mitsgaders de heere graef van Rechteren als heere van Almelo voor desselfs partikuliere accijs, ingevolge resolutien van Ridderschap en Steden van den 20 september 1729 en van de heeren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1731 | 63.123 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Haselt, Steenwijck en Vollenhove voor der selver stadsaccijs,mitsgaders de heere graef van Rechteren als heere van Almelo voor desselfs partikuliere accijs, ingevolge resolutien van Ridderschap en Steden van den 20 september 1729 en van de heeren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1732 | 70.234 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Haselt, Steenwijck, Vollenhove en Enschede voor der selver stadsaccijs,mitsgaders de heere graef van Rechteren als heere van Almelo voor desselfs partikuliere accijs, ingevolge resolutien van Ridderschap en Steden van den 20 september 1729 en van de heeren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1733 | 70.451 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Haselt, Steenwijck, Vollenhove en Enschede voor der selver stadsaccijs,mitsgaders de heere graef van Rechteren als heere van Almelo voor desselfs partikuliere accijs, ingevolge resolutien van Ridderschap en Steden van den 14 april 1733 en van de heeren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1734 | 70.451 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Haselt, Steenwijck, Vollenhove en Enschede voor der selver stadsaccijs,mitsgaders de heere graef van Rechteren als heere van Almelo voor desselfs partikuliere accijs, ingevolge resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heeren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 9 december 1733 daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1735 | 77.863 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt naa aftrek van de hogelgelden en van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Haselt, Steenwijck, Vollenhove en Enschede voor der selver stadsaccijs,mitsgaders de heere graef van Rechteren als heere van Almelo voor desselfs partikuliere accijs, ingevolge resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heeren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 22 julius 1735 daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1736 | 78.719 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Hasselt, Steenwijck, Vollenhove en Enschede voor der selver stadsaccijs, mitsgaders de heere graef van Rechteren als heere van Almelo voor des selfs partikuliere accijs, ingevolge resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april1731 en 14 april 1733 en van de heeren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 21 julij 1735 daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1737 | 78.719 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Hasselt, Steenwijck, Vollenhove en Enschede voor der selver stadsaccijs, mitsgaders de heere graef van Rechteren als heere van Almelo voor des selfs partikuliere accijs, ingevolge resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april1731 en 14 april 1733 en van de heeren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 21 julij 1735 daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1738 | 83.713 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Hasselt, Steenwijck, Vollenhoven en Enschede voor derselver stadsaccijnsen, en de heer graef van Rechteren als heer van Almelo, en de burgemeesteren en directeurs van defortresse Blocksijl voor derselver particuliere accijs, ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731, 14 april 1733, en van de gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 17 julij en 10 november 1738 in conformiteit van het apoint. van Ridderschap en Steden van den 12 april desselven jaers, daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1739 | 84.442 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Hasselt, Steenwijck, Vollenhoven en Enschede voor derselver stadsaccijnsen, en de heer graef van Rechteren als heer van Almelo, en de burgemeesteren en directeurs van defortresse Blocksijl voor derselver particuliere accijs, ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731, 14 april 1733, en van de gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 17 julij en 10 november 1738 in conformiteit van het apoint. van Ridderschap en Steden van den 12 april desselven jaers, daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1740 | 84.442 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Hasselt, Steenwijck, Vollenhoven en Enschede voor derselver stadsaccijnsen, en de heer graef van Rechteren als heer van Almelo, en de burgemeesteren en directeurs van defortresse Blocksijl voor derselver particuliere accijs, ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731, 14 april 1733, en van de gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 17 julij en 10 november 1738 in conformiteit van het apoint. van Ridderschap en Steden desselven jaers, daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1741 | 83.550 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Hasselt, Steenwijck, Vollenhoven en Enschede voor derselver stadsaccijnsen, en de heer graef van Rechteren als heer van Almelo, en de burgemeesteren en directeurs van defortresse Blocksijl voor derselver particuliere accijs, ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731, 14 april 1733, en van de gedeputeerden van den 27 februarij 1730, van den 10 november1738, en van den 16 november 1741 daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1742 | 84.793 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Hasselt, Steenwijck, Vollenhoven en Enschede voor derselver stadsaccijnsen, en de heer graef van Rechteren als heer van Almelo, en de burgemeesteren en directeurs van defortresse Blocksijl voor derselver particuliere accijs, ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731, 14 april 1733, en van de gedeputeerden van den 27 februarij 1730, van den 10 november1738, en van den 16 november 1741 daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1743 | 84.793 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Hasselt, Steenwijck, Vollenhoven en Enschede voor derselver stadsaccijnsen, en de heer graef van Rechteren als heer van Almelo, en de burgemeesteren en directeurs van defortresse Blocksijl voor derselver particuliere accijs, ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731, 14 april 1733, en van de gedeputeerden van den 27 februarij 1730, van den 10 november1738, en van den 16 november 1741 daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1744 | 89.780 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt volgens de laeste verpagtinge naa aftrek van de insate en hogelgelden, en van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Hasselt, Steenwijck, Vollenhoven en Enschede voor derselver stadsaccijnsen, en de heer graef van Rechteren als heer van Almelo, en de burgemeesteren en directeurs van defortresse Blocksijl voor derselver particuliere accijs, ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731, 14 april 1733, en van de gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738,daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1745 | 90.909 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt volgens de laeste verpagtinge naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Hasselt, Steenwijck, Vollenhoven en Enchede voor derselver stadsaccijnsen, en de heer graef van Rechteren als heer van Almelo, en de burgemeesteren en directeurs van defortresse Blocksijl voor derselver particuliere accijs, ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731, 14 april 1733, en van de gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738,daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1746 | 90.909 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt volgens de laeste verpagtinge naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Hasselt, Steenwijck, Vollenhoven en Enchede voor derselver stadsaccijnsen, en de heer graef van Rechteren als heer van Almelo, en de burgemeesteren en directeurs van defortresse Blocksijl voor derselver particuliere accijs, ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731, 14 april 1733, en van de gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738, en den 2 maart 1745 daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1747 | 93.566 |
302 | Den impost op de brandewijn en gebrande wateren bedraagt volgens de laeste verpagtinge naa aftrek van de insaete en hogelgelden en van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Hasselt, Steenwijck, Vollenhoven en Endschede voor derselver stadsaccijnsen, en de heer graef van Rechteren als heer van Almelo, en de burgemeesteren en directeurs van defortresse Blocksijl voor derselver particuliere accijs, ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731, 14 april 1733, en van de gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738, en den 6 december 1747 daer uit trekken | |||||
Overijssel | 1748 | 18.940 |
302 | Een vijfde part van den impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagt volgens de verpagtinge naa aftrek van hetgene de steden Deventer, Campen en Zwol, Hasselt, Steenwijck, Vollenhove en Endschede voorderzelver stadsaccijsen, en de heer graef van Rechteren als heere vanAlmelo, en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijlvoor derselver particuliere accijs, ingevolge resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731, 14 april 1733, en van de gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738, en 6 december 1747 daeruit trekken | |||||
Overijssel | 1755 | 108.851 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van de insate en hogelgelden en van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738, 30 junij, 8 julij en 23 october 1755 daaruit trekken | |||||
Overijssel | 1756 | 110.378 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738, 30 junij, 8 julij en 23 october 1755 daaruit trekken | |||||
Overijssel | 1757 | 108.218 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738, 30 junij, 8 julij en 23 october 1755 daaruit trekken | |||||
Overijssel | 1758 | 101.812 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van de insate en hogelgelden en van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en van den 7 augustui 1758 daaruit trekken | |||||
Overijssel | 1759 | 102.065 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en van den 7 augustui 1758 daaruit trekken | |||||
Overijssel | 1760 | 101.777 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en van den 7 augustui 1758 daaruit trekken | |||||
Overijssel | 1761 | 106.087 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van de insate en hogelgelden en van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en 13 october 1761 daar uit trekken | |||||
Overijssel | 1762 | 107.044 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en 13 october 1761 daar uit trekken | |||||
Overijssel | 1763 | 107.044 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en 13 october 1761 daar uit trekken | |||||
Overijssel | 1764 | 125.174 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van de insate en hogelgelden en van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en van den 21 november 1764 daaruit trekken | |||||
Overijssel | 1765 | 127.121 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en van den 21 november 1764 daaruit trekken | |||||
Overijssel | 1766 | 127.121 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en van den 21 november 1764 daaruit trekken | |||||
Overijssel | 1767 | 122.093 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van de insate en hogelgelden en van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en van den 10 en 15 julij 1767 daaruit trekken | |||||
Overijssel | 1768 | 123.450 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en van den 10 en 15 julij 1767 daaruit trekken | |||||
Overijssel | 1769 | 123.450 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en van den 10 en 15 julij 1767 daaruit trekken | |||||
Overijssel | 1770 | 119.440 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van de insate en hogelgelden en van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1734 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en van den 2 julij en 1 augustus 1770 daarin trekken | |||||
Overijssel | 1771 | 120.309 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1734 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en van den 2 julij en 1 augustus 1770 daarin trekken | |||||
Overijssel | 1772 | 116.799 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1734 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en van den 2 julij en 1 augustus 1770 daarin trekken | |||||
Overijssel | 1773 | 116.988 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van de insate en hogelgelden en van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derzelver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van defortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen in gevolge vande resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1734 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en van den 14 junij en 14 october 1773 daarin trekken | |||||
Overijssel | 1774 | 118.000 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1734 en van de heeren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en 17 en 18 maij 1776 daarin trekken | |||||
Overijssel | 1775 | 118.000 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1734 en van de heeren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en 17 en 18 maij 1776 daarin trekken | |||||
Overijssel | 1776 | 110.291 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek de insate en hogelgelden en van hetgeen de steden Deventer, Campen, Zwol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren, als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april1734 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en 17 en 18 maij 1776 daarin trekken | |||||
Overijssel | 1777 | 110.969 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Zwolle, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almeloen de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1734 en van heeren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en 17 en 18 maij1776 daarin trekken | |||||
Overijssel | 1778 | 110.970 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Zwolle, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de here grave van Rechteren als heer van Almeloen de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1734 en van heeren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738 en 17 en 18 maij1776 daarin trekken | |||||
Overijssel | 1779 | 111.923 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van de insate en hogelgelden en van het geen de steden Deventer, Campen en Zwolle, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de here grave van Rechterenals heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 1n van den 6 april 1731 en 14 april 1734, en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738, 4 junij en 23 julij 1779daar in trekken | |||||
Overijssel | 1780 | 112.761 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1734 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738, 4 junij en 23 julij 1779 daar in trekken | |||||
Overijssel | 1781 | 112.761 |
302 | De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1734 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730, 10 november 1738, 4 junij en 23 julij 1779 daar in trekken |