AGH 402 – Klein register Utrecht – UT-K
EL 3 – LRK 3 – Van Riemsdijk 16 – Kruisheer p. 102-103
Perkament, van matige tot slechte kwaliteit, ca. 30 x ca. 20-21 cm.
38 bladen, gefolieerd 1-38 (14e-eeuwse hand), alleen f. 10 en 11 dragen romeinse nummers X en XI. De foliëring vertoont onregelmatigheden: in katern III zijn f. 15-18 overgeslagen (op f. 14 volgt f. 19), terwijl tussen f. 34 en 35 zich katern VI bevindt, bestaande uit vier folia genummerd 15 t/m 18. F. 30 is een los inliggend blad. Om het eerste katern zijn twee ongenummerde losse blaadjes ingenaaid. Onbeschreven zijn f. 13v onderaan, 30v en 38v. Blijkbaar ook onbeschreven waren de vier na f. 38 verwijderde bladen; het blad vóór f. 9 was al afgesneden toen het katern II in gebruik werd genomen, want de tekst van nr. 38 loopt door van f. 8v op f. 9. Overigens loopt ook van het foutief genummerde f. 18v de tekst (van nr. 165) zonder onderbreking door op f. 35.
Muizenvraat heeft de buitenste bovenhoek beschadigd van f. 1-31 (met uitzondering van f. 6 en mogelijk van f. 30), alsmede de bovenhoeken van de foutief genummerde f. 15-18, wat erop lijkt te duiden dat op het moment dat de dieren actief waren katerns I-III al waren samengebonden, maar dat het katern VI met de misplaatste nummering toen nog los lag; de weggeknaagde stukken van f. 14 en 19 sluiten qua patroon bij elkaar aan. Van het losliggende f. 30 is de buitenrand, die buiten het boekblok uitsteekt, gevouwen en deels afgebrokkeld.
In het register zijn de ingeschreven teksten door moderne hand (20e eeuw) genummerd 1-173; de notities om de twee losse blaadjes zijn ongenummerd. Een 16e-eeuws hand heeft vele oorkonden voorzien van een opschrift.
Katernopbouw: [i]-[ii] + I(1-8 + twee losse blaadjes) + II(kim + 9-13) + III(14-25, met 15-18 ontbr.) + IV(26-29) + 30 + V(31-34) + VI(15-18) + VII(35-38 + 4 kimmen) + [iii] + [iv].
De eerste bladen van katerns III, IV en f. 30r zijn voorzien van een opschrift, die van III en VI en f. 30r bovendien van een terugverwijzende custode. Een naar een volgend katern verwijzende custode vinden we op het laatste blad van de katerns II en IV.
F. [i]-[ii] en [iii]-[iv] zijn papieren schutbladen.
De band en de schutbladen [i]-[iv] zijn niet middeleeuws. Op de rug het opschrift (19e eeuw) 1316 tot 1337 EL 3 Cas C. Op f. [i]r het opschrift (19e eeuw): Cas C. / in Henegouwen / Noch: In ’t Bisdom van Utrecht / Inventaris van Cornelis Oem. Folio 7.
Liniëring:
f. 1r-13v: met loodstift doorgetrokken schrijflijnen (deels zeer vaag), de marges afgelijnd met doorgetrokken enkele lijnen (patroon H); prikkings in de buitenrand.
f. 14r-23v: marges links en rechts met loodstift afgelijnd met dubbele lijnen, met brede tussenruimte, boven en onder met enkele lijnen (patroon HH); de liniëring soms onzichtbaar, mogelijk helemaal niet getrokken. Vanaf f. 20r is over de rechter aflijning heen geschreven, en is de rechtermarge grotendeels gevuld.
f. 24r-25v: als voorgaande bladen, maar de rechtermarge afgelijnd met een enkele lijn (patroon PP).
f. 26r-30v: niet.
f. 31r-34v: marges rechts en links enkel afgelijnd, met krijt, deels zeer vaag (patroon L), met prikkings in de ondermarge; in de rechtermarge soms doorgeschreven.
f. 15r-18r: als voorgaande, patroon L, soms onzichtbaar; de prikkings beneden hoger in de marge.
f. 18v: alleen gevouwen linker kantlijn (patroon T).
f. 35r-38v: geen liniëring, alleen op f. 37v een enkele linker kantlijn (patroon T) en op f. 38r enkele kantlijnen links en rechts (patroon L), op beide bladen met inkt.
Inhoud:
katern | folia | inhoud | hand(en) | tijd van ontstaan |
I-II | f. 1r-13v | 1319 juni-1323 aug. | 3D | wrs. 1336 mrt.-ca. 1340 |
nrs. 1-58 | (met retroacta) | naar UT-G | ||
f. 14r-38r | 1324 apr.- 1336 sept. | versch. | gelijktijdig, retroacta | |
III- | nrs. 59-172 | (met retroacta) | ||
VII | f. 38r | 1333 apr. | 3D | na 1336 sept.-ca. 1340 |
nr. 173 | naar onbekend voorbeeld |