AGH 290 – Klein register Zuidholland – ZH-K
EL 6 – LRK 7 – Van Riemsdijk 7 – Kruisheer p. 90-91
Perkament, van middelmatige tot slechte kwaliteit, ca. 30 x ca. 21 cm (er is enige variatie in grootte tussen de katerns en de afzonderlijke dubbelbladen).
87 bladen, gefolieerd I-LXXXVII (contemporaine hand). Hiervan onbeschreven f. 37 onderste helft-38v, onderste helft 87r-87v.
In het register zijn de ingeschreven teksten door een moderne hand met pen genummerd 1-484. Een 16e-eeuwse hand heeft in de eerste helft van het register een aantal teksten voorzien van een opschrift; andere handen uit dezelfde tijd en later eeuwen hebben zulks meer incidenteel gedaan.
Katernopbouw: [i] + I(1-8) + II(9-16) + III(17-26) + IV(27-38) + V(39-46) + VI(47-54) + VII(55-62) + VIII(63-70) + IX(71-78) + X(79-86) + XI(87) + [ii].
De eerste bladen van katernen III, V, VI, IX en XI zijn voorzien van een opschrift; de laatste bladen van katernen I, II en V-X hebben een custode. Tussen de katernen V en VI bevindt zich een ingenaaid los blad. Folia [i] en [ii] zijn de schutbladen, gemaakt van modern papier, dat voor en achter ook op de binnenzijde van de band is geplakt.
De band en de schutbladen [i] en [ii] zijn niet-contemporain. Op de rug van de band schreef een 19e-eeuwse hand: 1316-1337 Amstelland ende Waterland Cas C; beneden (modern) 7. Op f. [i]r is nogmaals 7 geschreven, door een moderne hand in potlood.
Liniëring (deels zeer vaag of niet zichtbaar):
f. 1-26: doorlopende schrijflijnen, de marges links en rechts met enkele lijn getrokken (patroon H); prikkings. De lijnen zijn met loodstift getrokken, deels zeer duidelijk zichtbaar, deels vrijwel verdwenen.
f. 27-38r: boven en onder een drievoudige lijn, daartussen nog 4 horizontalen, op ca. 4 cm van elkaar; links en rechts enkel afgelijnd. Alles doorlopend (patroon I). F. 38v is niet gelinieerd.
f. 39-46: de boven- en zijmarges met enkele doorlopende lijnen getrokken, alles doorlopend (patroon J). De lijnen veelal onzichtbaar. Op f. 39r en 46v zijn de zijlijnen verdubbeld, met brede ruimte tussen elk paar, en ook is de benedenmarge met een doorlopende lijn afgetekend (patroon HH), op f. 46v dubbel getrokken (patroon FX).
f. 47-78: liniëring ontbreekt vrijwel. Slechts incidenteel is de linkermarge afgelijnd (patroon T), zonder prikkings (op f. 49v en 78v blind getrokken); op f. 64r zijn beide zijmarges afgetekend (patroon L), ook zonder prikkings. Op f. 68r is de rechtermarge afgelijnd (patroon DX), hier met prikkings.
f. 79-86: als in het begin, patroon H.
f. 87r: linkermarge blind getrokken (patroon T), zonder prikkings;
f. 87v: niet gelinieerd.
Inhoud:
katern | folia | inhoud | hand(en) | tijd van ontstaan | |
I-III | f. 1-17r | 1317 jan.-1320 sept. | 3B2 | ws. 1325 aug. 1-1331 juli 23 | |
nrs. 1-67 begin | (met retroacta) | naar verloren primair register [A] | |||
III-IV | f. 17r-37r | 1320 okt.-1324 jan. | 3H | ws. 1333 okt. 15-dec. 2 | |
nrs. 67 vervolg-156 | (met retroacta) | naar verloren primair register [A] | |||
V-XI | f. 39r-87r | 1324 apr.-1336 sept. | versch. | gelijktijdig, retroacta | |
nrs. 157-484 | (met retroacta) | ||||
XI | f. 87r | ongedateerde notitie | 3D | ws. 1336 sept.-ca. 1340 mrt. | |
ongenummerd |
In het eerste deel lost op f. 17r, nadat hand 3B2 nog 2½ regel van het eerste blad van het tweede katern had geschreven, hand 3H hem af, midden in nr. ZH 65. Volgens Kruisheer had 3B2 als legger het verloren primair register [A], maar kopieerde 3H het groot register ZH-G. In nr. ZH 67 blijkt evenwel dat ook de laatste naar dat verloren register [A] werkte: de datering van dat stuk lijkt correct in dit kleine register ZH-K en foutief in ZH-G. In ZH-G is de vergissing deels gecorrigeerd door 3H zelf, dus hij had zowel [A] als ZH-K voor zich liggen. Ook in nr. ZH 66 komen enkele tekstuele afwijkingen voor die erop wijzen dat 3H niet naar ZH-G werkte (wateringhen in ZH-K i.p.v. waterkeringhe in ZH-G; vier maal in in ZH-K i.p.v. an in ZH-G). Dat hij ZH-G ook ernaast had, blijkt eveneens uit nr. ZH 72: in de marge voegde hij daar het vergeten woord kindere toe. Een zekere aanwijzing dat ZH-K hier naar het verloren primaire register [A] werd afgeschreven is te vinden in nr. ZH 116, een in augustus 1320 in dat primaire register opgetekende oorkonde uit 1273: daarbij staat niet in ZH-G maar wél in ZH-K een notitie die blijkbaar door de kopiist van het primaire register in de marge naast de datering van die oorkonde was geschreven: Sic tamen exemplar, et scribo anno Domini Mo CCCo vicesimo secundo, sic puto verius.
Op f. 71 begint katern IX, met in de bovenmarge het opschrift Zuytholland. Dit opent met twee oorkonden uit de zomer van 1330 (nrs. ZH 386-387), terwijl het voorafgaande katern VIII eindigt met oorkonden uit het voorjaar van 1331; na die twee oudere stukken, die om welke reden dan ook dus niet in het eerdere katern waren opgenomen, vervolgt het katern IX met oorkonden uit de zomer van 1331. Dus ofwel heeft men bij het beginnen van dit nieuwe katern twee oorkonden van een jaar oud alsnog ingeschreven, of – wellicht meer waarschijnlijk – men nam een katern waarop al twee oorkonden geregistreerd stonden.