Inleiding

 
English | Nederlands

De jaarstijl

Ook in de 14e eeuw begon het nieuwe jaar op 1 januari, maar in verschillende administratieve centra liet men het ambtelijke jaar, zoals dat in de stukken werd gebruikt, op een andere datum aanvangen. In de kanselarij van de graaf van Holland hanteerde men de zogenoemde paasstijl, wat inhoudt dat men pas met Pasen het jaarcijfer met een eenheid verhoogde. Preciezer gezegd, de overgang naar het volgende jaar had plaats op de vrijdag vóór Pasen (Goede vrijdag), omstreeks het middaguur. Dit heeft als gevolg dat een grafelijke oorkonde die is gedateerd op ‘Maria lichtmis [= 2 februari] 1321’, naar onze jaartelling is uitgevaardigd op 2 februari 1322. In de dagtekening in de kop van de editie wordt die moderne datering toegepast, met in de kopnoot een waarschuwing dat voor het stuk de paasstijl is aangenomen. Soms treden er problemen op met de jaarstijl, of met andere aspecten van de datering; ook die worden steeds in de kopnoot gesignaleerd.

Voor alle aspecten van de datering zie de bekende handboeken van Fruin, Grotefend en Strubbe-Voet (zie de bibliografie).