Graaf Willem III doet uitspraak in de twist tussen de pastoor van Naarden enerzijds en de buren van Muiderberg anderzijds, en bepaalt dat de laatsten hun aanspraken op de tiende van Muiderberg moeten bezweren met vijf door de pastoor aan te wijzen goede knapen uit de parochie van Naarden, en wanneer zij dat weigeren dat dan de pastooor met zeven priesters zijn aanspraken mag bezweren.
Nerden ende Muderberch.
Idem.a
Vgl. het in het register voorafgaande nr. AW 3.
De onderstaande tekst is gebaseerd op afschrift B.
Wi Willaemb gravec van Henegouwend, van Hollande etc. maken cont allen luden dat van den twiste die gheweset hevet twusken den persoenre van Nerdenf van der eenre zide ende den ghebureng van Muderberchh van der ander zide alse van den tiende van Muderberghei, des zi van beiden ziden an ons bleven sien, onse segghen aldus es dat die van Muderberghej dien tiende voers. ten heilighen houden zullen met vijf goeder knapen uter prochien van Nerdenk die hem die persoenre noemen zal; jof en willen si des niet doen, so zal die persoenre die tiende houden met zeven stolen alse recht es. Ende hier mede zullen si ghesceden bliven.
In orkonde des opens briefsl bezeghelt met onsen zeghele. Ghegheven tote Aelbrechts berghem op der Elfdusend maghedenn dach int jaer ons Heren M CCC een ende twintich.
Per dominum Zudensemo, Symonp de Benthemq et alios.