Jacob bisschop van Zuden belooft graaf Willem III, die zijn knaap Jacob de Schrijver op zijn verzoek toestemming heeft gegeven tot verkoop in vrij eigen van grafelijk leengoed in Muiden en bij het Gein, dat hij de gelden van die verkoop zal innen en daarvoor ander land zal kopen en aan hem in eigendom zal opdragen, welk goed Jacob de Schrijver dan van de graaf in leen zal houden.
In de marge een a, om aan te geven dat deze tekst geplaatst hoort te worden vóór de erboven staande oorkonde, die voorzien is van een marginale b. – In de marge een kruisje.
Die biscop van Zuyden.
In de marge een a, om aan te geven dat deze tekst geplaatst hoort te worden vóór de erboven staande oorkonde, die voorzien is van een marginale b. – In de marge een kruisje.
De bovenstaande datering is gebaseerd op de veronderstelling dat de paasstijl is toegepast. Zie de Inleiding.
Vgl. nrs. AW 12, 21, 36 en 37.
Wi Jacopa bi der ghenade Gods biscop van Zuden maken cont allen ludenb. Want een hoghe man onze lyeve here haer Willaemc, grave van Henegouwend, van Holland, van Zeeland ende here van Vriselande, om onsen willen orlof ghegheven hevet ende ghevet Jacop den Scriver, onsen knape, orlof te vercopen in vrien eyghen twee endetwintich morghen lands legghende te Muydenf die tHofland hieten ende dertien morghen lands legghende bi den Geyneg, alzo als si gheleghen sien, die Jacop voerseyt van onsen here den grave te rechten liene te houdene plach, zoe gheloven wi onsen here den grave voirseyt dat wi al dat gheld dat van desen voirseyden lande ghenomen woirdh in nemeni zullen toit sire behoef ende an andren eyghen erve belegghen, ende him den eyghendom daer of op draghen; ende dat zel Jacop voirseyt ontfaen van him te lyene te houden in allen manijren dat hi dit land voirs. van hem te liene helt.
In orkonde desen brieve bezeghelt med onsen zeghel. Ghegheven in die Haghe des dinxendaghes na Groete vasteavondj intk jaer ons Heren dusen driehondert vier ende twintich.
l Istam litteram posui sub Enghelbertom.