Registers van de Hollandse grafelijkheid 1299-1345

Graaf Willem III scheldt een aantal met name genoemde kinderen, schoonkinderen en kleinkinderen van Tiedekijn van Amsterdam vrij van de door hen verschuldigde keurmede, voor een bedrag van 50 pond Hollands; de regeling kwam tot stand door tussenkomst van enkele met name genoemde (leden van de Raad).

Wi Willaem^a grave etc. maken cond etc. dat wi bi heren Janne van Polanen^b, Willaem^c van Outshoirne, Enghebrecht^d van Voerscoten^e, Willaem^f den Cuser ende Gherard^g Alewijns f. hebben laten verdinghen Griete Tidekijns van Aemstelredamme^h, Reynier Tidekijns f.ⁱ ende ende Hille sijn wijf ende Hasse^j, Hanne, ^k Griete ende Ludekijn hoir kinder, Jan Tidekijns f.^l ende Lise sijn wijf ende Alijt^m hoir dochter, Diericⁿ Tidekijns f. ende Ymme sijn wijf van sulker coermede als si ons sculdich waren, omme vijftich pond Hollands^o, daer si Willaem^p van Outshoirne ghenoch of ghedaen hebben; ende scelden hem ende horen nacomelinghen van der coermede voerscreven vri ende quite.

In orkonde etc. Ghegheven des manendaghes na sente Jans dach midzomer int jaer XXX°.