Graaf Willem III scheldt Gerard zoon van Willem vrouw Moederkijnsz., diens echtgenote Trude en hun kinderen Willem, Jacob, Nicolaas, Gerard en Lobburch vrij van de door hen verschuldigde keurmede, voor een bedrag van 20 pond Hollands; de regeling kwam tot stand door tussenkomst van enkele met name genoemde (leden van de Raad).
Gerijt Willema Moederkijnb z.
In de datering van de onderstaande tekst verwijst het 'ut supra' naar de in het register voorafgaande oorkonde, eveneens betreffende kwijtschelding van keurmede, d.d. 1330 juni 25.
Vgl. nrs. AW 50 en 52.
Wi Willaemc grave etc. maken cond etc. dat wi bi heren Janne van Polanend, Willaeme van Outshoirne, Enghebrechtf van Voerscoteng, Willaemh den Cuser ende Gheridi Alewijns f. hebben laten verdinghen Gheridj Willaemk veren Moederkinel f. ende Trudem sijn wijf ende Willaemn, Jacob, Clayso, Gheridp ende Lobburch hoir kinder van sulker coermede als si ons sculdich waren, omme twintich pond Hollandsq, daer si Willaemr van Outshoirne ghenoch of ghedaen hebben; ende sceldens hem ende horen nacomelinghen van deser coermede voerscreven vri ende quite.
In orkonde etc. Datum ut supra.
Pro littera X s.
- graaf Willem III
- heer Jan van Polanen
- Willem van Oudshoorn
- Engebrecht van Voorschoten
- Willem de Cuser
- Gerard Alewijnsz.
- Gerard zoon van Willem vrouw Moederkijnsz.
- Trude echtgenote van Gerard zoon van Willem vrouw Moederkijnsz.
- Willem zoon van Gerard zoon van Willem vrouw Moederkijnsz. en Trude
- Jacob zoon van Gerard zoon van Willem vrouw Moederkijnsz. en Trude
- Nicolaas zoon van Gerard zoon van Willem vrouw Moederkijnsz. en Trude
- Gerard zoon van Gerard zoon van Willem vrouw Moederkijnsz. en Trude
- Lobburch dochter van Gerard zoon van Willem vrouw Moederkijnsz. en Trude