(Dirk) Cosijn van Isselt draagt graaf (Willem III) goederen op rond zijn woning in Isselt, die Willem van Outshoorn daarna ontving, alsmede goederen in het gerecht van Benschop.
Willem van Outshoirne (boven nr. 93). – Coesijn van a Hisselt (boven nr. 94).
Naast beide notities in de marge een kruis.
Hoewel deze twee notities in het duplicaatregister B zijn ingeschreven als twee afzonderlijke teksten, gescheiden door de gebruikelijke spatie (ze hebben dan ook elk een nummer gekregen), vormen zij in het primaire register A één geheel, alwaar beide optekeningen door de kopiist in één trek zijn neergeschreven, gescheiden door een smallere spatie dan gewoonlijk. Ook inhoudelijk vormen zij een eenheid: beide betreffen zij opdrachten van goed aan de graaf door Dirk Cosijn van Isselt, en de tweede notitie sluit redactioneel bij de eerste aan met het woord Item. Bovendien worden de genoemde goederen naderhand door de graaf in één oorkonde in leen uitgegeven; zie het in het register volgende nr. AW 97. Uit een en ander volgt dat de hier opgetekende rechtshandelingen waarschijnlijk gelijktijdig of zeer kort na elkaar hebben plaats gevonden. Het is twijfelachtig of ze ooit zijn vastgelegd in een formele oorkonde.
Deze notitie zal in het primaire register A zijn ingeschreven tussen de eraan voorafgaande en volgende oorkonden nrs. AW 95 en 97; de dateringen van die stukken vormen de hierboven aangegeven termina post en ante quem. Gezien de inhoudelijke samenhang met nr. AW 97 zijn de onderhavige overdrachten van goed vermoedelijk kort vóór 28 april 1333 te dateren.
De in onderstaande tekst genoemde 'Oude beek' en Nieuwe beek' zijn twee lopen van de Eem: de oude bochtige en de nieuwe rechte (de huidige loop).
b Dits tgoed dat Coesijn van Hisselt minen here van Hollandc op ghegheven heeftd, ende Willeme van Outshoirne van mijns herenf weghen ontfeng: omtrent siere woninghen toet Hisseltg die Langhe maet die groet is X dach maet, ende die Voswijc die groet is drie dach maet, ende Voswijc die hi barenteerde om ander land jeghens den biscop van Utrecht. Ende dese II lande legghen te gader in Cosijns gherechte voirs. tuschen der Ouderh beke ende der Nuweri beke.
Item gaf Cosijn minen here op legghende int gherecht van Benscoep j XVIII morghen lands op die noirt side van den dorpe van Benscoep, wilc land beleghen heeft beyde boven ende beneden een knape hiet Bairnierk Swanelden sone, an gaende tote der wateringhen in Benscoep, streckende ant Bloclandl dat Roevers gherechte is van Montfoirde.